Helikon. Jaargang 3(1933)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Troostrijke gedachte Dit is toch wel een troostrijke gedachte, dat wij eens sterven, morgen of vandaag; de rijke stinkerds en de zwaar gesjochte tewerkgestelden uit Mokum of Den Haag; dat we allen hoe verwoed we soms te keer gingen tegen den ongunst dezer dagen zwijgend den grond ingaan, zonder verweer, de dood helpt ons zorgvuldig af van 't klagen. Hij vraagt niet wat wij waren voor hij kwam, niet of wij schrikken, bang zijn of verlegen, niet wat wij wenschen, Delft of Amsterdam, niet hoe: natuurlijk? water? overwegen? Hij maakt geen grapjes en hij biedt geen keus, hij is gelijk voor dames en voor heeren, hij doet de dingen zwijgzaam en serieus er is geen enkele kans tot reclameeren. Hij is welgezind, slechts schijnbaar bruut, en zonder voorkeur voor de betere standen een feilloos werkend, eerlijk instituut, een ernstig man, met groote, snelle handen, Han G. Hoekstra Vorige Volgende