Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Onweer (Fragment) Wat wordt het drukkend; ben jij ook zoo moe? Ja en zoo angstig; doe het raam maar toe. Er zit iets vreemds en dreigends in de lucht. Als die bui losbreekt baten dak noch vlucht, Geen muur is sterk genoeg, geen kelderput Die ons kil lichaam op den duur beschut. Daar helpt geen lieve vader: vroeg of laat Staan wij verregend in ons hemd op straat Of wij ontwaken rillend in een tuin Tusschen de natte planken en het puin. Wrakhout en steen rest nog van 't aardsche goed Waaraan wij, worstlend zonder hoop en moed, Ons met de nagels hebben vastgeklampt: Eén windstoot heeft het woedend neergestampt! Nu zijn wij zonder schuilplaats bijna naakt En door ellende en onrust klein gemaakt... [pagina 148] [p. 148] Is dit de straf voor twijfelzucht en spot; Of was gewoonweg 't fundament verrot; Is dit het eind van Gods lankmoedigheid Of zijn we door een architect misleid? - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - J. Greshoff Vorige Volgende