Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] [Nummer 9] Spaansche Copla's Zoo ik haar zie in de straten Komt oproer over mijn bloed; Mijn ziel wil 't lichaam verlaten, Dat bonst of het breken moet. * Men scheldt mij voor naijvrig, Maar 't is mijn taak Dat ik, als rijk bezitter, Mijn hof bewaak. * Ook jij kunt niets beginnen Dan pijnend klagen, Jij, vogel, die van binnen De nijd voelt knagen; Ja, jammer vrij: - Aan even wreede plagen Verkwijnen wij. * Ik zocht heul voor mijn dorst Bij de put van de nijd, Werd zoo heet van de dronk, Dat ik duldeloos lijd. Hendrik de Vries Vorige Volgende