Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Prince charmant (F. Mazade) Het is de uur van den avonddauw. Gelijk het water en de lucht Was, als 't mysterie in zijn vlucht, De prins gekleed in helder blauw. Hij liep met nonchalanten tred De kamers door waar 't lot hem riep, En vond ten slotte 't gulden bed, Waar de prinses argeloos sliep. Ze opent een oog of zij hem hoort En wacht gedwee in kant en zij; Hij glimlacht en zonder één woord Legt hij zich rustig aan haar zij. Hij is een prins en toch ellendig, Een bloode, doodgewone knaap... Hij kust haar, maar zoo onbehendig, Dat zij terugvalt in haar slaap. J. van Nijlen Vorige Volgende