Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Verkende land Ik weet uw wereld, generzijds de brede en lege wateren van mijn ontberen, en enkel nog een luttel tijds zou ondergaan om nimmermeer te keren. De zeilen bollen reeds aan boord, de boot bewiegt het lied van de sirenen, ik heb de branding in de nacht gehoord voor deze morgenzon: nu moet ik henen, ik - en gij, geliefde: ge kent niet de verrukking van uw eigen land; kom, eer gij eenmaal uw gelaat nog wendt hoort ge de wind der oceanen door het want. Aan wal zal ik u alles openbaren: uw land is heerlik en ge kent het niet: van déze boord moet ge geen enkel beeld bewaren, noch ook de wijze van één uitgezongen lied. Jan Vercammen Vorige Volgende