Helikon. Jaargang 2(1932)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Mozes Maar hij verlangde weg te zijn van hier, Van al dat lastig volk dat hem zo hinderde, En klom het bergpad dat naar boven slingerde Om alleen te zijn als een stervend dier. En weggekropen in het dicht geboomte, Als in een veilig hol, glimlachte hij, Want zo alleen was het toch heel dicht bij, Lief Kanaän waarvan hij altijd droomde. En vreemde loomheid kwam. En als een kind Even verwonderd is: ‘Moet ik al slapen? 't Is nog zo licht’, maar zich niet meer verzet, Omdat het dromen nu voorgoed begint, Zo ging hij liggen om in slaap te raken, Want hij herkende al van ver de tred. Muus Jacobse Vorige Volgende