Helikon. Jaargang 2

[p. 28]

Onthechting

Vóór het sterven aan zichzèlf gestorven zijn,
Is de strenge wet, die Gij ons leert.
Vóór dit lijf vergaat in stervenspijn,
Worde ook de ziel door smart verteerd.

Langzaam scheiden van het innigste bezit,
Rukken, één voor één, de banden stuk,
Bloeden aan elk teergevoelig lid,
Gansch onthecht aan ieder aardsch geluk,

Zóó ontstegen, stijgen naar den hóógsten top,
Licht gelijk een veêr in morgenwind,
Opgevlogen, als een dartel kind,
Naar des Vaders warmen harteklop.

Vóór het sterven aan zichzèlf gestorven zijn,
Losgekomen van het aardsche stof,
Zuiver, transparant, een springfontein,
Steigere de ziel ten Hemel-Hof.

Lidwina Diepenbrock