Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 158] [p. 158] Kaartspel Tristan: Je kunt niet rooken, je kunt ook niet kaarten. Comtesse: Ik zal het leeren. J. Slauerhoff. De dokter gaat voor zeven slagen, maar de apotheker heeft er acht. Het leven telt ook zonnge dagen, zelfs als het regent in den nacht. Maar de onderwijzer weet het beter, want negen is éen meer dan acht. Gaat nu de stadsklerk toch miserie, 't wordt van zoo'n kaal beroep verwacht. Denkt gij dat wie het spel zal winnen, de slimste van de vier zal zijn? Zonder geluk is niets te beginnen en wordt de hoogste wijsheid schijn. Wie dus een kans krijgt moet ze wagen. De tijd van kaarten is ook kort. De winst van al onze levensdagen ons vroeg of laat ontnomen wordt. Des, gaat de dokter weer voor negen, al telt hij er maar amper acht. Het lot is hem ditmaal genegen: hij wordt geprezen én minacht. A.W. Grauls Vorige Volgende