Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] Geheimschrift Vreugd mijner jeugd, Dianthus en Nachtschoone, Ik denk aan u, gezeten aan de straat, In 't koffiehuis genaamd: ‘In de Eburonen’... Het is maar goed dat alles eens vergaat. De avond is zacht en heftig groeit mijn haat Tegen de menschen die hier rustig wonen. 'k Zie voor mijn geest een bleek, bedroefd gelaat: O Bérénice, of gij teêre Antigone? Kom, schenk maar raak, pale-ale, of scotch of stout, Mijn hart is dor, onvriendelijk en oud: Ik moet voorloopig op deze aarde wonen. Mag ik nog hopen? Word ik ooit bevrijd Uit dezen band? Keert eenmaal nog uw tijd, Vreugd mijner jeugd, Dianthus en Nachtschoone? J. van Nijlen Vorige Volgende