Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] Middernacht Mijn grauwe handen tasten langs den wand, een angst groeit zwart achter wijdopen ramen, het onbekende sluipt langzamerhand nader en zoekt mij in verloren namen. zou dit het eind zijn? dagen gingen dicht, in nachten bloeiden onverholen wondren. 'k zou eenmaal nog, geheel bereid en zonder vrees willen strijden om een moeilijk licht. maar een herinnering is in mij geschonden, binnen de muren ben ik rondgegaan. o nacht, o schaduw, al wat 'k heb misdaan en wat zij nimmermeer vergeven konden is in dit uur rondom mij opgestaan - zie, zie in zijn handen bloedroode wonden. G. Kamphuis Vorige Volgende