Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Sonnet Een lichte zaal met bloedroode guirlanden en achterin 't gedrein van een orkest, - een cabaret heet dit. Men drinkt en danst er 't best na middernacht, als 't leven alle andren naar regelmaat gekweld heeft en naar bed gepest, - maar wij hebben ons tegen slaap vermand, en van vale dag gewend tot feller stranden, en onze heete droom aan moezel weer gelescht. Ik kijk in oogen die zich tot mij keeren, langzaam en diep blijven zij aan mij hangen, - en naar profielen die strak langs mij schouwen om plotseling mijn drieste blik te vangen, - ik denk hoe clowns hier worden tot voorname heeren, en boerenmeisjes tot mondaine vrouwen. Emile van der Borch Vorige Volgende