Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Laatste avond Den laatsten avond van ons samenzijn Was alles zóó, dat 'k niet tot U kon spreken, Uit vrees opeens in tranen uit te breken: O uw gelaat, verlicht door de'avondschijn. Dien avond laat hebt gij mijn hand genomen, Die weerloos trillende in de Uwe lag, Als een gewonde vogel, en toen zag 'k U aan en toen is ook het eind gekomen: Een duizling voerde zwevende mij mee, En om mij gonsde een ruische' als van de zee. Jo Landheer Vorige Volgende