Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Kamermuziek Mijn lief zat voor het open raam: een zon, die langzaam viel, omlijstte met verlaagde schijn, in een bleekgouden, têre lijn, haar hoogvoornaam profiel. Toen sloot mijn lief de blinden dicht, verveeld, een beetje boos; maar binnen drong één scherpe straal, en op haar mooie mond, brutaal, danste het licht een poos. Als eens mijn lief, verveeld en boos, mijn liefde buitensluit, dan sterft mijn liefde, zo gewond, stil, als dat zonlicht, op die mond, zonder één voos geluid. 1922. E. du Perron Vorige Volgende