Helikon. Jaargang 1

[p. 62]

Afscheid van Roelfina

drie nachten hebben wij elkaar gulzig bemind
de uren waren hard en rood als bloedkoralen
ik luisterde verstrooid naar de vreemdsoortige verhalen
van je armoe, honger, slecht leven en onecht kind

zei niets, en gaf geen gulden méér uit medelijden
benijdde je zelfs nog je ruwe romantiek
vergat je afkomst, je prostituees-tragiek
mat aan jouw passie slechts mijn driftig zenuwlijden

en bleef even begeerig als gekweld -
wij hebben bij den gloed van onze kranke oogen
elkaar zoogoed als nutteloos bedrogen
jij mij met hartstocht, ik jou met mijn geld

nu is ook dit voorbij - ik daal de steile trappen
af van jouw zolder naar de dwaze straat
er is nog weer één pijn, roelie, die met mij gaat:
jouw korte lach achter mijn laatste stappen.

A.J.D. van Oosten