Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Octobermorgen De stormen van den zomer zijn verstild. de driften en de weemoed veler nachten zijn in uw nacht verschemerd tot een mild ver lichten, een weerschijn van verstorven pracht. de golven en de jaren hebben mij gelegd in deze luwe windstilte van den morgen. - hoe koel en vredig lig ik nu geborgen, hoe zorgeloos en veilig weggelegd; dit is een nieuw heelal, dit klinkende - uw heuvels zwellen en uw schemerdalen bedden mij onder het wilde firmament der haren waarin uw oogen sterren zijn en blinkende. - eb en vloed zijn niet meer dan de getijden van uwen hartslag en uw ademhalen; ik ben nu prijsgegeven aan het dalen en stijgen van helle hemelen en jaargetijden. maar ook wanneer ik in uw bloed de golven naadren voel der overzijde zal ik mij niet aan dezen dood onttrekken; leven met u was goed: ik steeg met u tot duizelende toppen, laat mij ook nederdalen met u tot de kringen waarheen allen dalen die hier geteekend waren met zwart bloed. H. Marsman Vorige Volgende