Helikon. Jaargang 1(1931)– [tijdschrift] Helikon– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Chrysanthen in den oostelijken tuin Snel gaan de jaren, vroeger wist ik het niet. Wel in mijn rijpheid, ik weerhield ze niet. Leed en teleurstelling van al mijn jaren Kwamen met mij in d'eenzamen tuin hier samen. In 't midden van een perk sta ik lang stil, De zonneschijn is dun, de wind giert kil, Het loover is verrot en uitgeroeid, De volle zomerboomen uitgebloeid. Alleen wat tengre bleekzuchtige chrysanthen Staan door den wind vergeten langs de kanten. Ik heb een beker boordevol geschonken Maar merkte nauwlijks dat ik had gedronken. Hoe in mijn jeugd gemakk'lijk mijn gemoed Van droevig blij werd, van vertoornd weer goed. Als ik wijn zag, op elk uur van den dag Dronk ik hem uit en was éen en al lach. Nu laat de sterkste drank mij nuchter en koud. Bleeke chrysanth, je bleef niet over om mij Te troosten in 't droef seizoen, maar wij zijn allebei Uit beetre tijden over, en beiden nu veeg en oud. J. Slauerhoff naar Po Sju I Vorige Volgende