zonden der wereld. Dat wraakgericht dreigt in de naaste toekomst de heidensche naburen, Philistijnen, Moab en Ammon; het reikt tot het verre Ethiopië in het zuiden en tot het wijd en zijd heerschende Assyrië in het noorden. Maar vooral over het zondige Juda en Jerusalem zal welhaast de gerechte straf, verwoesting, verstrooiing en ballingschap, komen. Daarna echter zal de Heer het door de tuchtiging bekeerde volk verzamelen en in zijn land terugvoeren; daar zal Hij het voorbereiden tot het heil van den Messias; dan zullen de heidensche volken zich bij het volk Gods aansluiten en zal de naam des Heeren op de gansche aarde aanbeden worden.
Sophonias heeft zelf zijne prediking geschreven in een stijl, die wel niet zoo verheven als die van Nahum en van Habacuc, maar toch zuiver, vloeiend en levendig is. Misschien meer dan een der andere profeten, die vóór hem schreven, heeft hij aan de oudere profetieën ontleend. Eenige zinspelingen op toestanden van Jerusalem, zooals die in den tijd van Josias aanwezig waren (vgl. I 4, 5, 9, 10), toonen genoegzaam, dat een ooggetuige aan het woord is.