De profetie van Nahum.
Inleiding.
De profeet Nahum is volgens het opschrift der profetie (I 1) afkomstig van Elcese (Hebr. Elkôsch), dat naar het gevoelen van den H. Hiëronymus, met wien de meesten overeenstemmen, een plaatsje was in Galilea. De tijd, waarin Nahum optrad, kan uit zijne profetie, vergeleken met de Assyrische oorkonden, vrij nauwkeurig worden aangewezen. Hij voorspelt den val van Ninive en den ondergang van het Assyrische rijk; de schrijver leefde dus vóór die gebeurtenis, welke op zijn laatst in 606 plaats had. Volgens III 8-11 was No-Ammon of Thebe in Opper-Egypte door de Assyriërs reeds veroverd; dit nu had plaats, volgens de Assyrische oorkonden, in 663 of daaromtrent. De profetie van Nahum is bijgevolg geschreven omstreeks het midden der zevende eeuw, waarschijnlijk onder de regeering van Manasses.
De inhoud wordt juist en volledig aangegeven in het opschrift: ‘Last van Ninive’; de hoofdstad van het Assyrische rijk zal veroverd en verwoest worden tot straf voor de misdrijven, welke Assyrië inzonderheid tegen het volk Gods gepleegd had. De profetische gave van Nahum is duidelijk uit zijne voorzegging; want Assyrië was destijds, onder de regeering van den machtigen Assurbanipal, tot het toppunt van macht gestegen; dit ondervond toen het rijk van Juda tot zijne niet geringe