beveiligen tegen de aanvallen der vijanden, de bevolking der stad te vermeerderen en de onderhouding der Wet te bevorderen. Ten slotte beschrijft hij zijn optreden gedurende zijn tweede verblijf te Jerusalem. Bij zijn terugkeer namelijk van het Perzische hof, waarheen hij zich, na een twaalfjarig bestuur in Juda, begeven had en waar hij zich enkele jaren had opgehouden, zag hij, dat weer verschillende misbruiken waren ingeslopen, welke hij door krachtige maatregelen trachtte uit te roeien, zooals uit zijn verhaal blijkt. Hoelang zijn tweede verblijf te Jerusalem duurde is onbekend, evenals de geschiedenis van zijn verder leven. Enkele feiten, door hem niet vermeld, vinden wij opgeteekend in II Mach. I 18-36; II 13.
Het is niet zeker, dat Nehemias zelf zijne gedenkschriften juist heeft gerangschikt in de volgorde, waarin zij thans in zijn Boek voorkomen, noch dat alle daarin voorkomende stukken van hem zelven afkomstig zijn. Vermoedelijk is het Boek Nehemias in zijn tegenwoordigen vorm het werk van Esdras of van een lateren verzamelaar (zie de Inleiding op I Esdras). De noodige opmerkingen dienaangaande zal men in de aanteekeningen vinden.
Nehemias was, zooals verschillende HH. Vaders opmerken, een schoone voorafbeelding van den Christus, door den hemelschen Vader gezonden om de treurenden van Sion te troosten (Is. LXI 2-3) en het oude Sion te herstellen en te vernieuwen.