De heilige boeken van het oude verbond. Deel 1. De boeken van Moses
(1933)–Anoniem De heilige boeken van het oude verbond– Auteursrecht onbekend
[pagina 764]
| |||||||||||||||||||
Caput XXIV.
|
1. Si acceperit homo uxorem, et habuerit eam, et non invenerit gratiam ante oculos ejus propter aliquam foeditatem: scribet libellum repudii, et dabit in manu illius, et dimittet eam de domo sua. Matth. V 31 et XIX 7; Marc. X 4. | 1. Als een man eene vrouw neemt en haar huwt, en zij geen genade vindt voor zijne oogen om iets walgelijks, zal hij eenen scheidbrief schrijven en dezen haar in de hand geven, en hij zal haar wegzenden uit zijn huisGa naar voetnoot1). |
2. Cumque egressa alterum maritum duxerit, | 2. En wanneer zij heengaat en een anderen echtgenoot huwt, |
3. Et ille quoque oderit eam, dederitque ei libellum repudii, et dimiserit de domo sua, vel certe mortuus fuerit: | 3. en ook hij haar haat en eenen scheidbrief aan haar geeft en uit zijn huis haar wegzendt, of wel als hij sterft; |
4. Non poterit prior maritus recipere eam in uxorem: quia polluta est, et abominabilis facta est coram Domino: ne peccare facias terram tuam, quam Dominus Deus tuus tradiderit tibi possidendam. | 4. dan zal de eerste echtgenoot haar niet wederom tot vrouw kunnen nemen, omdat zij verontreinigd en afschuwelijk geworden is voor den HeerGa naar voetnoot2); laat uw land niet zondigen, dat de Heer, uw God, u tot bezitting gegeven heeft. |
5. Cum acceperit homo nuper uxorem, non procedet ad bellum, nec | 5. Wanneer iemand onlangs eene vrouw heeft genomen, zal hij niet |
[pagina 765]
ei quippiam necessitatis injungetur publicae, sed vacabit absque culpa domi suae, ut uno anno laetetur cum uxore sua. Supra XX 7. | ten oorlog trekken en zal hem geenerlei openbare last worden opgelegd, maar hij zal zonder te misdoen vrij in zijn huis blijven, opdat hij zich één jaar lang met zijne vrouw verblijde. |
6. Non accipies loco pignoris inferiorem, et superiorem molam: quia animam suam opposuit tibi. | 6. Gij zult geen ondersten en bovensten molensteen te pand nemen; omdat men u zijn leven in pand geeftGa naar voetnoot3). |
7. Si deprehensus fuerit homo sollicitans fratrem suum de filiis Israel, et vendito eo acceperit pretium, interficietur, et auferes malum de medio tui. | 7. Als iemand betrapt wordt, die zijnen broeder uit de kinderen van Israël belaagtGa naar voetnoot4), en hem verkoopt en den prijs ontvangt, moet hij gedood worden, en gij zult het kwaad uit uw midden wegdoen. |
8. Observa diligenter ne incurras plagam leprae, sed facies quaecumque docuerint te sacerdotes Levitici generis juxta id, quod praecepi eis, et imple sollicite. | 8. Geef naarstig acht, dat gij de plaag der melaatschheid niet beloopt, maar doe al wat de priesters van Levi's geslacht u leeren overeenkomstig hetgeen Ik hun geboden heb, en vervul dat met zorgGa naar voetnoot5). |
9. Mementote quae fecerit Dominus Deus vester Mariae in via cum egrederemini de AEgypto. Num. XII 10. | 9. Gedenkt wat de Heer, uw God, aan Maria gedaan heeft op den weg, toen gij uit Egypte waart uitgetrokken. |
10. Cum repetes a proximo tuo rem aliquam, quam debet tibi, non ingredieris domum ejus ut pignus auferas: | 10. Wanneer gij van uwen naaste iets invordert wat hij u schuldig is, zult gij zijn huis niet binnengaan om een pand weg te nemen; |
11. Sed stabis foris, et ille tibi proferet quod habuerit. | 11. maar gij zult buiten blijven staan, en hij zal u brengen wat hij heeftGa naar voetnoot6). |
12. Sin autem pauper est, non | 12. Bijaldien hij echter arm is, zal |
[pagina 766]
pernoctabit apud te pignus, Exod. XXII 26. | het pandGa naar voetnoot7) bij u des nachts niet blijven, |
13. Sed statim reddes ei ante solis occasum: ut dormiens in vestimento suo, benedicat tibi, et habeas justitiam coram Domino Deo tuo. | 13. maar vaardig zult gij het vóór zonsondergang aan hem teruggeven; opdat hij, in zijn kleed slapend, u zegene, en gij gerechtigheid moogt hebben voor den Heer, uwen God. |
14. Non negabis mercedem indigentis, et pauperis fratris tui, sive advenae, qui tecum moratur in terra, et intra portas tuas est: Lev. XIX 13; Tob. IV 15. | 14. Gij zult het loon niet onthouden aan uwen behoeftigen en armen broeder of aan den aankomeling, die bij u in het land woont en binnen uwe poorten is; |
15. Sed eadem die reddes ei pretium laboris sui ante solis occasum, quia pauper est, et ex eo sustentat animam suam: ne clamet contra te ad Dominum, et reputetur tibi in peccatum. | 15. maar op den eigen dag zult gij hem den prijs van zijnen arbeid vóór zonsondergang betalen, dewijl hij arm is en zijn leven daarmede onderhoudt; opdat hij niet tegen u tot den Heer roepe en het u tot zonde gerekend worde. |
16. Non occidentur patres pro filiis, nec filii pro patribus, sed unusquisque pro peccato suo morietur. IV Reg. XIV 6; II Par. XXV 4; Ez. XVIII 20. | 16. De vaders zullen niet in plaats van de zonen noch de zonen in plaats vanGa naar voetnoot8) de vaders ter dood gebracht worden, maar een ieder zal vóór zijne eigen zonde sterven. |
17. Non pervertes judicium advenae et pupilli, nec auferes pignoris loco viduae vestimentum. | 17. Gij zult de rechtzaak van den aankomeling en van den wees niet verdraaien en het kleed der weduwe niet als pand wegnemen. |
18. Memento quod servieris in AEgypto, et eruerit te Dominus Deus tuus inde. Idcirco praecipio tibi ut facias hanc rem. | 18. Gedenk, dat gij dienstbaar waart in Egypte en dat de Heer, uw God, u daaruit verlost heeft. Daarom beveel Ik u dit te doenGa naar voetnoot9). |
19. Quando messueris segetem in agro tuo, et oblitus manipulum reliqueris, non reverteris ut tollas illum: sed advenam, et pupillum, et viduam auferre patieris, ut benedicat tibi Dominus Deus tuus in omni opere manuum tuarum. | 19. Wanneer gij den oogst op uwen akker inhaalt en gij eene schoof vergeet en achterlaat, zult gij niet terugkeeren om die weg te nemen; maar gij zult den aankomeling en den wees en de weduwe die laten weghalen, opdat de Heer, uw God, u zegene in al het werk uwer handen. |
20. Si fruges collegeris olivarum, quidquid remanserit in arboribus, non reverteris ut colligas: sed re- | 20. Als gij de vruchten der olijfboomen inzameltGa naar voetnoot10), zult gij niet terugkeeren om wat er aan de boomen achterbleef in te zamelen; maar gij |
[pagina 767]
linques advenae, pupillo, ac viduae. | zult het aan den aankomeling, aan den wees en aan de weduwe laten. |
21. Si vindemia veris vineam tuam, non colliges remanentes racemos, sed cedent in usus advenae, pupilli, ac viduae. | 21. Als gij uwen wijngaard afoogst, zult gij de achtergebleven trossen niet inzamelen, maar zij zullen den aankomeling, den wees en der weduwe ten gebruik strekkenGa naar voetnoot11). |
22. Memento quod et tu servieris in AEgypto, et idcirco praecipio tibi ut facias hanc rem. | 22. Gedenk, dat ook gij dienstbaar waart in Egypte, en daarom beveel Ik u dit te doen. |
- voetnoot1)
- Iets walgelijks, of wel iets schandelijks of onteerends, kan niet op echtbreuk doelen, daar op dit misdrijf de doodstraf stond. Klaarblijkelijk betreft het een of ander ziels- of lichaamsgebrek van ernstigen aard, dat den man met reden afkeerig maakte van zijne vrouw, en misschien was het oordeel te dezer zake aan de rechters overgelaten. Dat sommigen ten tijde van Christus die woorden verkeerd uitlegden en de echtscheiding om allerlei nietswaardige redenen geoorloofd rekenden, blijkt uit Matth. XIX 3. - De Joodsche echtscheiding, zooals ze (v. 1-4) onder verschillende beperkende bepalingen was toegelaten, stemde niet overeen met de door God gewilde on-ontbindbaarheid des huwelijks. Zij was dan ook, evenals de veelwijverij, slechts een tijdelijke vrijstelling van de oorspronkelijke wet, en moest vervallen, toen Christus in het Nieuwe Verbond de eenheid en de onontbindbaarheid van het huwelijk vernieuwde en heiligde. Vgl. Matth. XIX 3-9.
- voetnoot2)
- Zij was verontreinigd door de gemeenschap met een tweeden man, terwijl de eerste nog leefde. Omdat zij enz., Hebr.: ‘nadat zij verontreinigd is, want dit is een gruwel voor het aanschijn des Heeren’. Dit nadrukkelijk verbod, alsmede het voorschrift, dat de wettelijke scheiding eerst inging, nadat de vrouw den scheidbrief ontvangen en de echtelijke woning verlaten had, waren zeker krachtige middelen om zooveel doenlijk alle lichtzinnigheid in het verbreken des huwelijks te beteugelen.
- voetnoot3)
- De handmolen bestond uit twee steenen, waarvan de bovenste, Hebr. ‘de rijder’, diende om het graan op den ondersten te malen. Het voorschrift bedoelt, dat niets wat ten levensonderhoud noodig is, zooals bijv. de handmolen, den behoeftige als pand ontnomen mag worden. Vgl. hierbij Exod. XXII 26, 27.
- voetnoot4)
- Hebr.: ‘die iemand... steelt’. Op menschenroof werd reeds in Exod. XXI 16 de doodstraf gesteld.
- voetnoot5)
- Volgens de Vulgaat is hier de gehoorzaamheid aan het priesterlijk gezag aanbevolen, terwijl tegen de ongehoorzamen met de straf der melaatschheid schijnt gedreigd. Hiermede stemt ook de waarschuwende herinnering van v. 9 overeen; vgl. ook II Paral. XXVI 16-21. Volgens het Hebr. echter wordt hier voorgeschreven, dat men in geval van melaatschheid naar de aanwijzing der priesters (vgl. Lev. XIII) moet handelen. De herinnering aan de zuster van Moses dient dan ter bemoediging. God kan, zooals uit de genezing van Maria blijkt, de melaatschheid weder wegnemen, en er is dus niets veiligers voor den melaatsche dan zich aan Gods wetten te onderwerpen.
- voetnoot6)
- Hiermede werd den schuldeischer betamelijkheid jegens den armen schuldenaar tot plicht gesteld en hem de gelegenheid tot vrekkige hardvochtigheid zooveel mogelijk ontnomen, zoodat hij althans het onmisbare huisraad niet kon wegnemen.
- voetnoot7)
- Het hem onmisbare pand, zijn kleed; zie het volg. vers. Vgl. Exod. XXII 26, 27.
- voetnoot8)
- In plaats van, Hebr.: ‘met’ of ‘benevens’. - Het Oostersche gebruik om bij bestraffing van groote misdaden het gansche geslacht des misdadigers uit te roeien (vgl. Esth. IX 13, 14; Dan. VI 24) wordt hier nadrukkelijk verboden.
- voetnoot9)
- Vgl. bij v. 17 en 18 Exod. XXII 21, 22; XXIII 9; Lev. XIX 33, 34.
- voetnoot10)
- Hebr: ‘afslaat’. Vgl. Is. XVII noot 6.
- voetnoot11)
- Vgl. bij v. 19-21 Lev. XIX 9; XXIII 22.