Handschrift Hattem C 5
(2017)–Anoniem Hattemse handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 515a]
| |
1OGa naar voetnoot2946 Ghij sur-
2rogiers aen-
3siet voersien-
4lic die complexi-
5en ende die tij-
6den van elken
7pacient medechine te
8gheuen tot sijnre nut-
9scap alst bedarf Ghe-
10lijc dat sijn vier ele-
11menten. als vier lucht
12water ende aerde die
13welke onthouden alle
14dinghen Des ghelijcs
15sijn vier complexien
16Colerijn Sangwijn
17Melancolicus Ende fleu-
18maticus Dat seit aris-
19totilesGa naar voetnoot2947 dat bloet twis-
20ken tween als ziel
21ende lijff is dat sake dat-
22tet verderuet alle die
23leden verderuen mede
24Ghelijc den verschen
25 | |
[pagina 515b]
| |
1te half sporkele / ende 2es van complexien der 3lucht. inden welken 4verwandelt het bloet 5ende alle dinghen die 6laeu ende wac sijn. du- 7rende tot half mey 8Ende die is van complexien 9vanden viere die welke 10verwect rode colore 11ende alle dinghen die 12heet ende droghe sijn 13durende tot half oest 14ende is van complexien der 15aerden cout ende droghe 16durende tot half no- 17uember Ende die is van 18complexien des waters 19inden welken wert ver- 20wrect fleumen ende 21alle dinghen die cout 22ende versch sijn duren- 23de tot half sporkele 24¶ Item gheliken vier 25tijden sijn vier outheden 26als die meesters seg- 27ghen. kintheden. jonc- 28heden. manheden. ende 29outheden ¶ Item kinthe- 30den is van complexien 31der lucht heet ende versch 32in die welke die lich- 33aem wast ende meerret 34tot xxv jaren of tot | |
[pagina 516a]
| |
1xxx IonghelincGa naar voetnoot2949 is 2van complexien des viers 3heet ende droghe vol- 4maect sonder minren ende 5hout leuen tot xxxv 6jaren toe of tot xl ia- 7ren durende ManGa naar voetnoot2950 is 8van complexien der eer- 9den cout ende droghe 10inden welcken tleuen 11beghint te minren 12ende tontwassen ende 13duert tot lv jaren 14 of tot lx jaren Out- 15heitGa naar voetnoot2951 is van complexien 16 des waters cout ende 17versch die welke ma- 18ket ene vergaderin- 19ghe van fleumen dat 20die crachten beghinnen 21te bersten van termine 22des leuens toecomende 23den doot ¶ Merct wel 24ende verstaet also als vier 25tijden vier complexien 26ende vier ouden sijn Also 27sijn vier manieren der 28medechinen gheuende 29Ende die hier of niet 30en weten niet hoe sij 31vander eenre tijt totter 32ander comen of hoe 33sij den menschen helpen 34sullen Want comen | |
[pagina 516b]
| |
1wonden of ziecten inden 2leden der menschen van 3goeder complexien si ghe- 4nesen te lichteliker 5Off comen sij jnden leden 6van quade complexien 7soe werden die tijden 8also veel te langher 9te ghenezen De vrinusGa naar voetnoot2952 10¶ Van OrineGa naar voetnoot2953 11OGa naar voetnoot2954RineGa naar voetnoot2955 die beneden 12claer is ende 13bouen heeft enen 14roden rinc dat coemt 15den mannen vter milt 16ende vrouwen vanden niere 17¶ Orine die beneden 18root es ende bouen mit 19enen witten rinc dat 20coemt van couder ma- 21ghe ¶ Orine die 22wit es ende wit scwm 23bouen heuet dat coemt 24van couder naturen 25ende vanden steen ende 26coemt vter luchter 27sijden ¶ Orine die wit 28ende claer is dat coemt 29van onverduwelike 30spise ¶ Orine die 31root is ende behout sijn 32verwe tot opten dach dat 33es vrese ¶ Orine die 34zwert is ende dicke ende 35heuet scellen of scu- | |
[pagina 517a]
| |
1me dat es vrese ¶ Ori- 2neGa naar voetnoot2956 die groen es dat es 3een quaet teiken ¶ Ori- 4neGa naar voetnoot2957 des morghens wit 5ende naden eten claer dats 6ghesontheit ¶ Ori- 7neGa naar voetnoot2958 die haer zeer claer 8toghet daert te maten 9licht is ende weder ditGa naar voetnoot2959 10wort ander sonnen die 11mensche is siec ander 12longhen ¶ OrijnGa naar voetnoot2960 wit 13bleyc bediet wit water 14¶ OrineGa naar voetnoot2961 root ende dick 15mit enen brunen ringhe 16dats quade leuer ende 17gheerne valt die siec- 18te in water ¶ Ori- 19neGa naar voetnoot2962 root ende claer bedu- 20det den coerts ¶ Ori- 21neGa naar voetnoot2963 root ende dic ouer 22al dat orinael met enen 23donkeren ringhe es 24sucht in allen leden 25ende schier den doot 26ten sij dat de mensche 27zweetet ¶ OrineGa naar voetnoot2964 28die groen es dic scu- 29mende dien zweeren 30alle die leden ¶ OrineGa naar voetnoot2965 31gulden root met enen 32waterighen ringhe es 33teyken van kijnt dragen 34¶ OrineGa naar voetnoot2966 bleec ende | |
[pagina 517b]
| |
1droue mit enen bru- 2nen ringhe es quade 3mage / ende gheerne 4heeft hij den hooft 5zweere ¶ OrineGa naar voetnoot2967 zwert 6met ghelen scume es 7binnen drien daghen 8doot ¶ OrineGa naar voetnoot2968 des 9nachts ghemaect 10in enen orinael ende 11die des daghes siesteGa naar voetnoot2969 12claer ende dair bouen 13een neuel vloyet 14ghelijc een deemster- 15heit bewijst den doot 16¶ OrijnGa naar voetnoot2970 eenre ma- 17ghet die ioncfrou 18is blicket / maer een 19wiues orijn es claer 20¶ OrineGa naar voetnoot2971 van enen 21wiue die ghemant 22is die es duyster ende 23ghescapen ghelijc der 24aerden maer des mans 25saet vertoent hem inden 26bodem ¶ OrineGa naar voetnoot2972 eens 27wiues die den menstru- 28um heuet es smerich 29van bloedigher ver- 30wen ¶ Orine eens 31wiues die bezwaert 32is mit kijnde ende noch 33in die eerste off ander- 34de maende gaet vander | |
[pagina 518a]
| |
1ontfanghenesse die
2heuet claer orijn ende
3een reyn neuel ende
4wit onder ¶ OrineGa naar voetnoot2973
5eens wiues die inden
6vierde maent gaet al
7te | |
[pagina 518b]
| |
1OrineGa naar voetnoot2983 die hoer verwan- 2delt bij hueren bewijset 3den steen 4DGa naar voetnoot2984It sijn die zekerste 5teykenen vanden orine 6te besienGa naar voetnoot2985 ¶ OrineGa naar voetnoot2986 die 7hoor claer tooghet daer 8het te maten licht is ende 9dan weder dicke wert 10yeghens der sonnen die 11mensche es ziec in sijn 12longhen ¶ OrineGa naar voetnoot2987 die 13wit is ende bleec laet 14dat witte water ¶ Ori- 15neGa naar voetnoot2988 root ende onder dicke 16mit enen brunen ringhe 17dat es een quade leuer 18ende wit water ¶ Ori- 19neGa naar voetnoot2989 root ende claer betey- 20kent den corts ¶ Ori- 21neGa naar voetnoot2990 root ende dicke ouer 22al jnt orinael met enen 23donckeren ringhe dat 24bediet grote ziect an 25all den leden ende schier 26den doot ten sij dat die 27ziecke zwetet in cor- 28ter tijt ¶ OrineGa naar voetnoot2991 root 29ende in die midwaer als 30een bloemekijn betey- 31kent binnen neghen da- 32ghen de doot ja in dien 33op dat die bloeme bli- 34uet verscheiden ende te | |
[pagina 519a]
| |
1broken als mense roert 2int orinael ende so mach 3hij nezen ende niet anders 4¶ OrineGa naar voetnoot2992 die bleec es 5onder droeue die is ver- 6cout van alre manieren 7ende materien ¶ OrineGa naar voetnoot2993 8groen mit scume betey- 9kent ziecheit in allen 10leden ¶ OrineGa naar voetnoot2994 gulden 11root beteykent faute van 12bruden ¶ OrineGa naar voetnoot2995 gulden 13root mit enen waterrigen 14ringhe beteykent kijnt 15draghen ¶ OrineGa naar voetnoot2996 bleec 16ende onder droeue mit 17enen brunen ringhe is een 18teyken van quader maghe 19Ende gheerne heuet die 20ziecke den hooftzweer 21¶ OrineGa naar voetnoot2997 zwart ende 22mit ghelen scume is bin- 23nen den derden daghen doot 24¶ OrineGa naar voetnoot2998 zwart ende 25onder dicke mit enen 26witten ringhe beteykent 27Ga naar voetnoot2999 den ziecken dat graueel 28¶ OrineGa naar voetnoot3000 wit ende naden 29eten claer beteykent goede 30ghesonde ¶ OrineGa naar voetnoot3001 vol 31wits ghescubbe betey- 32kent in mannen ende in wi- 33uen tfledersijn hanghet 34het ghescubbe beneden soe 35heuet hij tfledersijn be- 36neden / hanghet midden | |
[pagina 519b]
| |
1soe heeft hijt midden Ende 2bliuet bouen soe es die 3ziecke mensche ouer al- 4len sinen leden van tfleder- 5sijn beuaen ¶ Als die 6resolucie der vrouwen 7int orinael nederwart 8hanghet op den bodem ende 9dan te gader houden betei- 10kent dat die vrouwee 11kijnt ontfaen heeft 12Ende sijn die ghescubben 13ront ende root dat es tey- 14ken dattet een knaepkijn 15es Ende ist wit soe ist een 16maegdelkijn ¶ OrineGa naar voetnoot3002 17die des morghens value 18of root es behout sij haer 19verwee dat es quade orijn 20Ende ist dat sij zwert ende 21dic scume heeft offt scel- 22len waren dat es quaet 23HGa naar voetnoot3003Ier beghint van 24neghenrehande wa- 25teren ende van hairre 26virtuten ende hoemense wer- 27ken salGa naar voetnoot3004 ¶ Eerst van dat 28water philosophorumGa naar voetnoot3005 29MGa naar voetnoot3006En sal nemen 30ysope poley grof- 31feliaet ende sicorie 32van elcx euen vele ende 33samenen die in enen cloc 34ouer tfier daer wt sal- 35Ga naar voetnoot3007 men water distilleren ende 36ontfaen dat water Ende 37men sal dat water | |
[pagina 520a]
| |
1heeten Aqua philosopho- 2rum Ende het heeft in hem 3menighe virtuten ende 4die worden openbaert in hem 5zeluen ende mit anderen 6commixturen ¶ Tegen 7het vallende euelGa naar voetnoot3008 ¶ 8Beuenel Rute perceli 9van sanderien zedewaer 10aloe ende calomie ende van 11elken euen zwaer dat sal- 12men all ontwee wriuen 13ende siedent te samen in 14aqua philosophorum soe 15langhe dattet derdendeel 16versoden sij daer nae sal- 17ment wt doen ende wrin- 18ghent doer enen schoonen 19doec ende houdent dan in 20een glasen vat vast 21ghestopt neghen daghe 22daer nae salment gheuen 23te drincken elcx mor- 24ghens nuchteren xl da- 25ghen diet vallende euel 26hebben dit es de warach- 27tichste medechine die 28Ga naar voetnoot3009 oyt vonden wort tot sulken 29saken ¶ Teghens de 30gichtGa naar voetnoot3010 ¶ Aqua philo- 31sophorum doet alrehande 32gicht vergaen wtten 33leden ende sachtse ende confor- 34teert die senen bouen 35alle dinc ¶ GichtGa naar voetnoot3011 | |
[pagina 520b]
| |
1te ghenezen drope ende 2fledersijnGa naar voetnoot3012 ¶ Aqua phi- 3losophorum met castorie 4ghesoden ende ghenut el- 5kes morghens dat es 6gherechte medechine 7teghens de gicht indien 8dat sij niet verstoruen 9en is jnden mensche Ende 10doet alrehande fledersijn 11ende drope vanden mensche 12vlien Du sulste maken 13een plaester van werc 14ende nettense in aqua phi- 15losophorum ende houden 16het euel dair mede nat 17ende vermakent twee- 18weruen des daghes dan 19salt haestelic ghenezen 20¶ Tegens venijnde won- 21denGa naar voetnoot3013 ¶ Aqua philoso- 22phorum es goet yeghens 23alrehande venijnde wonden 24diese daer mede wasschet 25Diet ooc nuchteren dronc- 26ke neghen morghen stonden 27het verdriuet de ghe- 28lue sucht Het verdri- 29uet den rede wane dat 30hij coemt of van wat 31naturen dat hij sij op 32datment driewaruen 33drincket inden ancomen 34des coerts | |
[pagina 521a]
| |
1Ga naar voetnoot3014 AGa naar voetnoot3015qua dulcedinis 2oculorum ¶ Ru- 3ta Agrimonia 4Mandragora 5in auibus testiculus Celi- 6donia Ende suker Ende 7calomie te samen ghe- 8wreuen ende in ene clocke 9ghedaen ouer tfier daer 10wt salmen water distilleren 11ende maken dat water sal- 12men heten aqua dulcedinis 13oculorum Dit water heeft 14grote cracht in hem want 15ten is gheen euel soe 16quaet noch soe fel inden 17ooghen ten sij warachti- 18ghe medechine daer ye- 19ghen Ten sij sulc euel 20datment met gheen 21medecine ghenezen 22mach ¶ Teghens alre- 23hande venijntheitGa naar voetnoot3016 ¶ 24Aqua dulcedinis ocu- 25lorum nuchteren ghedronc- 26ken verdriuet alrehande 27venijn vten mensche all 28waert sake dat hij had 29verghiffenis ghegeten 30of ghedroncken het sou- 31de hem tot sinen monde 32wt comen ¶ Teghens 33quade humorenGa naar voetnoot3017 ¶ Dit | |
[pagina 521b]
| |
1water nuchteren ghedroncken 2zuuert den lichaem ende 3der maghen van allen 4quaden humoren die daer 5binnen versament mo- 6ghen wezen ¶ Tegens 7de water suchtGa naar voetnoot3018 ¶ 8Dit water nuchteren 9ghedroncken maect den 10menschen vri ende quijt 11vanden witten water 12ende vanden rooden ¶ Te- 13ghens het helsche vierGa naar voetnoot3019 14¶ Dit water lesschet 15het helsche vier inden 16derden daghe alsmen 17een plaester van wercke 18daer jn nettet ende leg- 19ghet daer op jndien 20dattet vier sij van zwer- 21ter verwen ende al omme 22blaeu maer wartet 23int midden heet ende 24al om root soe en sou- 25de mens niet dair op 26legghen ¶ Tegens den 27canckerGa naar voetnoot3020 ¶ Dit water 28doet den cancker ghe- 29nezen diet met aloe 30menghet ende net daer 31jnne een plaester van 32wercke ende legghet 33dair op ende vermaket 34twewaruen des daghes | |
[pagina 522a]
| |
1ende eens des nachts 2AGa naar voetnoot3021qua petralisGa naar voetnoot3022 3¶ Beuenellen 4saet Zenpen 5saet Petercelien saet 6Eppen saet Groffilaten 7saet Clissen saet Ende 8mastic van elc euen 9veel ontween ghe- 10wreuen met bocs bloet 11ghemenghet ende met 12een luttelkijn azijns 13dat salmen in een cloc- 14ke legghen ouer tfier 15daer wt salmen water 16subtileren dat wonder- 17lic nvt es ende is ghe- 18heten natura petra- 19lis ¶ Teghen den steenGa naar voetnoot3023 20¶ Soe wie onderha- 21uich is vanden steen 22js hij wit root ru 23ofte slecht drinket 24hij elkes daghes nuch- 25teren aqua petralis 26Ga naar voetnoot3024 hij ghebreket ende 27scheidet vanden mensche 28als oft waer sant 29of graueel ¶ Te- 30ghens alrehande gra- 31ueelGa naar voetnoot3025 ¶ Aqua petra- 32lis nuchteren gedronc- 33ken is gherechte me- | |
[pagina 522b]
| |
1decine yeghens alrehan- 2de graueel het doet 3den boem bloyen die 4verdorret is / ende die 5te dicke bloeyet het 6doet hem staen ende ver- 7Ga naar voetnoot3026 beiden ¶ Teghens scurf- 8teGa naar voetnoot3027 ¶ Dit water dier- 9re mede dwaet scurf- 10de hoefden ene werf 11des daghes het soude 12hem ghenezen ende meer 13haer wassen ¶ Te- 14ghens alle rudicheitGa naar voetnoot3028 15¶ Aqua petralis doet 16binnen den derden daghe 17alle rudicheit vergaen 18dieser mede wasschet 19¶ Om goet bloet ende 20schone verwee te makenGa naar voetnoot3029 21¶ Aqua petralis nuch- 22teren ghedroncken ma- 23ket dat beste bloet ende 24schonet die verwee 25jnden mensche ¶ Te- 26ghens gichtGa naar voetnoot3030 ¶ Aqua 27petralis mit castorie 28ghesoden ende tweewar- 29uen des dages gedroncken 30dat doet alrehande gicht 31vten mensche vlien ist 32sake dat sij niet ver- 33storuen en sij Ende het | |
[pagina 523a]
| |
1conforteert die zeenen
2Ende het tempertse wel
3bouen allen specien Ende
4het verdriuet dat
5euel daermen of valt
6AGa naar voetnoot3031qua yrundinea
7¶ jonghe | |
[pagina 523b]
| |
1¶ Aqua yrundinea 2nuchteren ghedroncken 3verdriuet die frene- 4sie of die in tisinge 5laghe hij soude ghe- 6nesen binnen ix daghen 7¶ Tegens die hersen 8ende om de mage te zu- 9uerneGa naar voetnoot3035 ¶ Aqua yrun- 10dinea maect oec bo- 11uen allen dinghen goede 12Ga naar voetnoot3036 hersen Ende zuuert de 13maghe ende het soetet 14die borste Ende het con- 15forteert die zeenen 16Ende grauet wt alle 17wortelen der gicht 18Ende merret die na- 19ture Het verhettet 20den ghenen die vercout 21sijn Ende het vercoelt den 22ghenen die verhettet 23sijn ¶ Teghens het 24witter water ende den 25cortsGa naar voetnoot3037 ¶ Aqua yrundi- 26nea nuchteren ghe- 27droncken met ysope 28verdriuet het witte 29water Ende den daghe- 30licxen rede Ende het ver- 31teert zeericheit die 32de mensche van couden 33heeft ontfaen js dat 34hij dit water drinket | |
[pagina 524a]
| |
1met ysope doet wel 2slapen ende veel eten 3Ende het verduwet wel 4Ga naar voetnoot3038 Ende doet wel orine ma- 5ken Ende ter camer gaen 6AGa naar voetnoot3039qua lisidaGa naar voetnoot3040 7Sauelboem yso- 8pe gladie Aue- 9rute te samen gestampt 10euelGa naar voetnoot3041 veel ende ouer tfier 11ghedaen / ende dair off 12water ghemaect js van 13starker naturen ende heet 14aqua lisida ¶ Tegens 15den hooftzweerGa naar voetnoot3042 ¶ Aqua 16lisida verdriuet alre- 17hande hooftzweere diet 18eens des daghes nuttet 19Ende het verdriuet al- 20rehande corts soe van 21wat naturen dat hij sij 22weder hij zij heet of 23cout ¶ Teghens het 24witte waterGa naar voetnoot3043 ¶ Dit sel- 25ue water ghedroncken 26elkes daghes dat doet 27vergaen het witte wa- 28ter ende dat rode Ende 29tweeweruen ghedronc- 30ken stempet het roode 31menisoen. ende dat wit- 32te Ende het es goet teghens 33dat rode bloetsochte 34¶ Vanden vrouwen dieGa naar voetnoot3044 | |
[pagina 524b]
| |
1verdroecht sijnGa naar voetnoot3045 ¶ Aqua 2lasida doet den vrouwen 3bloyen die verdroecht 4sijn is dat sake dat sijt 5tweeweruen drincken 6off drieweruen ¶ Te- 7ghens buuc euel ende 8quade humorenGa naar voetnoot3046 ¶ Aqua 9lasida is goet yeghens 10dat buuc euel ende su- 11uert die maghe van 12quaden humoren diese bin- 13nen heeft Ende dodet al- 14rehande ghewormen 15inden mensche verdriuen 16Ende het hout den men- 17sche ghesont van lichaem 18diet elkes daghes drin- 19ket ¶ Teghens fle- 20dersijnGa naar voetnoot3047 ¶ Aqua lasida 21met castorie ghesoden 22ende ghedroncken ver- 23drijft alrehande fle- 24dersijn binnen den der- 25den daghe diet drinct 26soe heet als hijt ghe- 27doghen canGa naar voetnoot3048 28AGa naar voetnoot3049qua dealbaciumGa naar voetnoot3050 29¶ Puluer ghe- 30barnt van enen 31mol met celido- 32nia ende mit sulphur 33water dair of gemaect 34dat water heet dealba- 35cium Die daer mede | |
[pagina 525a]
| |
1een zwert beest dwoe- 2ghe het worde wit bin- 3nen ix daghen daert ghe- 4dwoghen waer ¶ Dro- 5pe van noli me tangereGa naar voetnoot3051 6¶ Dealbucium met was 7ende met aloe ghemenget 8verdriuet alrehande 9drope diese dair mede 10saluet Ende dat euel 11datmen heet noli me 12tangere die daer eene 13plaester of maket ende 14leit daer op Het ghe- 15neset scurfde hoefde 16dieser mede saluet 17Ende het verdriuet dat 18wilde vier dierre een 19plaester of maket ende 20legt dair op ¶ Deal- 21bucium met aloe ende met 22calomie ghemenghet 23daer off een plaester 24ghemaket op den wolf 25gheleit verbiten ende 26doeten ghenezen alsmen 27twewerf des daghes 28vermaect ende ment 29wasschet met den seluen 30saken DealbuciumGa naar voetnoot3052 is nut 31van buyten te wercken 32maer van binnen is hij 33quaet 34AGa naar voetnoot3053qua conseruanciumGa naar voetnoot3054 35Peterceli ghe- 36stampt ende in | |
[pagina 525b]
| |
1een clocke ghedaen ouer 2tfier ende daer water 3wt ghemaect dat sal- 4men heten conseruancium 5¶ Dit water sel die ghe- 6ne nuchteren drincken 7die qualic eten mach 8want het verteert 9alden wijnt vten lichaem 10ende vter maghen ende 11het doet den mensche 12hongher hebben ende wel 13eten Ende is wonderlike 14goet mit suker gheso- 15den ende ghedroncken 16yeghens den hoest Ende 17yeghen quade borsten 18Ende zuuert quade hu- 19moren 20AGa naar voetnoot3055qua dupliciumGa naar voetnoot3056 21¶ Eppen saet 22ende wit mancops 23saet ende suker ende ca- 24niel van elken euen veel 25tsamen ontwee ghe- 26wreuen ende daer toe 27ghedaen conseruancium 28dat salmen doen in ene 29clocke ende daer wt sal- 30men water subtilieren 31dat salmen heten dupli- 32catiuum Dat es gherech- 33te medecine yeghens 34alrehande buuc euel 35diet smorghens nuch- | |
[pagina 526a]
| |
1teren drinct al cout / ende 2des auonts all heet als- 3ment ghedogen mach 4Duplicatiuum ghedronc- 5ken doet den mensche wel 6slapen ende rusten ¶ Te- 7ghens gicht ende het 8zwaer euelGa naar voetnoot3057 ¶ Dupli- 9catiuum met castorie ghe- 10soden ende wel heet ghe- 11droncken dat is goet 12yeghens het vallende 13euel Ende gheneset al- 14rehande gicht jndien 15dat sij niet verstoruen 16en sij Ende maect all 17des menschen leden sacht 18ende licht ende ghesont 19van allen fledersijn Ende 20van allen onnutteliken 21humoren Ende conforteert 22dat hooft ende die 23hersen ende verwarmt 24die te coude sijn 25AGa naar voetnoot3058qua saluieGa naar voetnoot3059 26Selue ende po- 27lioen gestampt 28ende ghedaen in enen 29cloc daer wt salmen 30water subtilieren dat 31salmen heten aqua saluie 32want het is sere nut- 33te mit castorie gesoden 34Also menighen dach 35alst die mensche drinct | |
[pagina 526b]
| |
1langhet hij sijn leuen 2Die mensche en mocht 3oec nummermeer soe 4vercout sijn dronc 5hijt neghen daghen al 6warm hij waer ghe- 7nezen ¶ Teghens 8die water sucht Ende 9dat buuc euelGa naar voetnoot3060 ¶ 10Aqua saluia nuchte- 11ren ghedroncken ver- 12driuet die ghele sucht 13Ende die water sucht 14Ende alrehande buuceuel 15Ende drope Ende rudiche- 16de Ende maket goet bloet 17Ende schone verwe jnt 18aensicht ¶ Teghens 19den kinchoestGa naar voetnoot3061 ¶ 20Aqua saluia twe- 21weruen des daghes al 22warm ghedroncken 23doet den kinchoest van- 24den mensche vlien bin- 25nen tween daghen 26CGa naar voetnoot3062Omparatio 27nouem aquarum 28¶ Men sal ne- 29men dese neghen wate- 30ren van elke euen vele 31ende siedense te samen 32met castorie / met re- 33barber / met suker / 34ende ghenghebaer soe | |
[pagina 527a]
| |
1langhe dattet derdendeel 2versoden is Dit es ghe- 3rechte medecine yegens 4alle euel dat oyt ghe- 5worde diemen mit me- 6decine ghenezen mach 7dat van binnen is te 8werken daer toe sal- 9ment drincken Ende 10dat van buyten es daer 11salment euel mede 12wasschen ende plaesteren 13¶ Teghens sinte loys 14euelGa naar voetnoot3063 ¶ Die sinte loys 15euel heeft die neme 16dese neghen wateren 17ende wasschet daer me- 18de tweewarf des da- 19ghes Ende make een 20plaester van werc ende 21net daer in ende leg- 22ghet daer op het ghe- 23neset Ende aldus mach- 24men den cancker doden 25ende doen ghenesen Ende 26den fistel soe dat hij 27nummermeer en rijse 28Oec dat rode morael 29¶ Oec wert daer mede 30ghelesschet dat vier ende 31dat griexe vier Dat 32vier sidoniorum Die van 33deser comparatio tsauonts 34drinct cout ende des 35morghens heet ver- | |
[pagina 527b]
| |
1drijft de gicht ende al 2hoer wortel Ende alle 3fledersijn Ende coerts 4wie dat sij sijn Ende 5wat euel mit deser 6medecine niet en mach 7worden gheholpen dien 8is allen troest ende hulp 9ontseit ¶ Om schoen 10haer te hebbenGa naar voetnoot3064 ¶ Die 11schoen haer wil ma- 12ken hij sal nemen sof- 13fraen ghemalen bri- 14selie / greynen van pa- 15radijs / ende een lettel 16van gheslagen gout 17dit salmen te samen 18stampen ende menghent 19met rosen water ende 20latent drie daghen 21staen weeken daer nae 22salment in een cloc- 23ke doen ouer tfier 24ende subtilierent dat 25water dat daer wt 26loopt maect schoen 27haer alsmen dat hooft 28daer mede wasschet 29AGa naar voetnoot3065qua stelleGa naar voetnoot3066 ¶ Ster- 30ren scot met po- 31lioen gestampt 32van elcx euen vele 33dat salmen tsamen doen 34in een clocke ouer tfier | |
[pagina 528a]
| |
1ende water dat wt subti-
2lieren dat salmen heten
3aqua stelle dat is claer
4als een cristal ende
5edel als ghumme Men
6sal nemen aqua stelle
7een pont / ende argentum
8viuum een pont ende
9dat dertichste deel van
10gheslagen gout ende
11menghent te samen in
12een yseren vat ende
13slutent datter gheen
14roec wt en gaet / daer
15nae salment enen dach
16ende enen nacht laten
17wallen in een heet
18vier dat wert fijn
19suluer
20Dit boeck heeft ghe-
21maect Absolon die
22schooneGa naar voetnoot3067
| |
[pagina 528b]
| |
1leit neghen daghen dair
2nae sal menre olye
3wt leiden nader leker
4luyden manier die olie
5salmen conforteeren mit
6achtien principalen vir-
7tuten Die dese olie sode
8mit gheslaghenGa naar voetnoot3071
9 | |
[pagina 529a]
| |
1ke neghen daghen van wat 2naturen dattet waer al 3hadde hijt gedraghen 4xl jaer ¶ Sparma ruteGa naar voetnoot3073 5SGa naar voetnoot3074Parma ruteGa naar voetnoot3075 in 6poluer gheleit van 7appollo ende ghemen- 8ghet in azijn ghewey- 9ket inGa naar voetnoot3076 weder jn die son- 10ne ghedroecht ende oly 11daer wt ghesleghen 12ad vsum laycorum dese oly 13is gheheten sparma 14rute Ende is edel ende goet 15bouen allen dinghen All 16waer dat sake dat een 17mensche venijn hadde ghe- 18geten of ghedroncken dronc 19hij sparma rute hem 20soude dat venijn tot 21sinen monde wt comen 22Ende droncke hijt ander- 23waruen hem soude alle 24quade humoren wt keren 25Ende dronc hijt derdewar- 26uen hij worde gans sijns 27lichaems ende sijnre le- 28den ¶ Sparma ruteGa naar voetnoot3077 29maect alle zeer ooghen 30ghesont van wat euel 31dat sij sijn jndien dat 32sij den ooghe appel ende 33dat sien behouden hebben 34Als mense daer mede 35wasschet twee daghen 36elkes daghes tweewar- | |
[pagina 529b]
| |
1uen ¶ Die sparma ruteGa naar voetnoot3078 2nuchteren drinct gheen 3venijn en mach hem 4deeren binnen dien daghe 5Ende wort hij ter doot 6ghewont hij gheneset 7Ende hem en mach gheen- 8rehande quale toecomen 9binnen dien daghe ¶ 10Ga naar voetnoot3079 Sparma ruteGa naar voetnoot3080 nuchte- 11ren ghedroncken verdri- 12uet alle rudicheit ende 13drope ¶ Die oec van 14witten water ende van 15den rode onderhauich 16sijn droncke hij elkes 17daghes sparma rute hij 18worde binnen xl daghen 19ghesont dat hem nummer- 20meer en porde ¶ Spar- 21ma ruteGa naar voetnoot3081 verdriuet het 22coude fledersijn Ende ver- 23wrect alle slapende leden 24¶ Aqua candidaGa naar voetnoot3082 25SGa naar voetnoot3083uker in quicseluer 26gheleit neghen 27daghen off tien daer 28salmen olie of slaen ad 29vsum laicorum die olie es 30gheheten candida Sij 31is sonderlinghe goet 32diese houdet in enen 33glasen viole ¶ Sij licht 34bij nacht als een vier 35¶ Die dese candida dron- 36ke elkes morghens hoe 37out hij ware sine ver- | |
[pagina 530a]
| |
1we soude vernuwen ende 2verionghen Ende alle sijn 3leden souden hem verlichten 4Hij en waer oec nem- 5mer soe droeue hij en 6soude verbliden. Waer 7hij moede hij worde ge- 8rust Ende hem en moch- 9te nemmermeer sijn hooft 10soe zeere zwaeren dronc hij- 11se hij waer ghenezen 12¶ CandidaGa naar voetnoot3084 dicwijle 13ghenut veiaechtGa naar voetnoot3085 vanden 14mensche het euel daer 15men of vallet . all waer 16het sake dat hijt hadde 17ghedraghen xl jaer 18¶ CandidaGa naar voetnoot3086 conforteert 19die zenen bouen allen 20specien ¶ Die candidaGa naar voetnoot3087 21mit castorie menghet 22ende nuttet dat iaghet 23alle lamheit wt des 24menschen leden ende doet die 25leden becomen die ontsla- 26pen sijn daer omme ist 27bouen allen dinghen goet 28teghen der gicht die niet 29verstoruen js Ende die 30mensche wert daer bij 31ghenezen ¶ CandidaGa naar voetnoot3088 32ghedropen des morghens 33in die ooghen maectse 34schoen ende claer ¶ 35Candijs quicseluer | |
[pagina 530b]
| |
1gheslaghen gout / paer- 2le van orienten. rebar- 3baren / ende candida van 4elken euen vele alte samen 5ontwee ghewreuen. 6dat salmen elkes mor- 7ghens nuchteren nutten 8dat doet den ghenen all 9ghesont worden die la- 10zerijs sijn / ende doet gan- 11se verwee ontfaen int 12aensicht ende van die 13ziecheit becomen jndien 14dat hij anders niet en 15drincke dan goeden wijn 16die moet die mensche 17drincken totter tijt toe 18dat hij ghenesen js ende 19ganse verwe jnt aen- 20sicht heeft ontfaen. 21Nochtan moet hijt lan- 22gher nutten sal hij seker 23ghenezen ¶ Aqua bal- 24sameGa naar voetnoot3089 Aqua balsameGa naar voetnoot3090 25AGa naar voetnoot3091Ldus maectmen 26balsamaGa naar voetnoot3092 Eppen 27saet in azijn ghe- 28goten ende weder in die 29sonne ghedroghet dat 30ghepoluert ende olieGa naar voetnoot3093 31daer of ghemaket ad 32vsum laycorum dese olie sal- 33men heten balsama want 34sij is goet stil ende openbaer 35¶ Balsama nuchteren 36ghedroncken maect bouen 37allen dinghen een goede | |
[pagina 531a]
| |
1borst Ende sacht den men-
2sche sijn hert Ende si doet
3bouen allen dinghen wel
4slapen / ende wel spijse beco-
5men ende verduwen Ende
6wel orine maken Ende
7doet den steen te breken
8Ende zuuert den mensche
9vanden graueel ¶ Bal-
10samaGa naar voetnoot3094 nuchteren gedronc-
11ken gheneset den mensche
12vanden buuc euel Ende ver-
13coelt wallende bloet ¶
14Ende sij verdriuet die ghe-
15lue sucht ¶ Dese balsa-
16ma mit ysope ghedronc-
17ken zuuert de maghe van
18allen quaden humoren ende | |
[pagina 531b]
| |
1rudicheit Ende yeghens
2drope dieser mede sal-
3uet ¶ Rubera met aloe
4ende met den struke van
5matere ghestampt ende
6dat ghedroncken verdri-
7uet vanden mensche wat
8coertse dat hem deeren
9mach ist sake dat hise
10driewaruen drinct inden
11aenganc ¶ Rubera
12met olie van oliuen ende
13mit peterceli ghesoden
14ende dat ghegeten elkes
15daghes ten eersten rechten
16doet ghenezen die ghescoert
17sijn inden lichame ¶
18Ga naar voetnoot3099 Rubera mit sulfur ghe-
19menghet verdriuet alle
20rudicheit ende drope diese
21daer mede saluet
|
|