het vagevuur en in algemeenen zin. De Vulgaat kent alleen den algemeenen zin. Anders is het in de apycryphe literatuur, waar wij wederom den zin van zaligheid vinden, als aequivalent van verschillende grieksche termen, waarvan de voornaamste anapausis en anapsuxis zijn. Refrigerium schijnt nu een specifiek religieuze term te zijn, die de beteekenis van eeuwig heil kreeg zonder echter daartoe te zijn beperkt. Ook buiten het Christendom komt deze term voor en in denzelfden zin. Bovendien heeft het nog een andere beteekenis, nl. dien van een op de graven gehouden ritueel maal. Deze beteekenis komt vooral duidelijk uit in de graffiti van S. Sebastiano en in een verhaal, dat Augustinus over zijn moeder Monica doet. Deze maaltijd droeg een sacramenteel karakter. Parallel daarmede is de heidensche voorstelling van het ‘koele water’, dat den doode wordt toegewenscht en dat door Dieterich, Cumont e.a. met Refrigerium in verband is gebracht. Een maaltijd op de graven is dit echter niet. Dat schijnt het bij de christenen geworden te zijn onder invloed der romeinsche Parentalia, en wel op grond van de heerschende voorstellingen van een hemelschen maaltijd, waarvan de voorsmaak hier op aarde kan worden genoten. Verkoeling door spijs en drank is een essentieele trek van heidensche en christelijke paradijsvoorstellingen in den keizertijd. Ook in de voorstellingen aangaande een intermediairen toestand, het vagevuur dus, speelt refrigerium een rol gelijk vooral bij Tertullianus blijkt. Mogelijk heeft deze voorstelling aegyptische wortelen. In ieder geval vindt de refrigerium-gedachte zelf in Aegypte haar oorsprong. Daar immers treffen wij eenerzijds in de voorstelling van het leven gevende Nijlwater, anderzijds in die van de boomgodin, die den afgestorvene in de woestijn spijst en drenkt, alle elementen bijeen, die tesamen het refrigerium-complex vormen: verkwikking, inzonderheid hiernamaals,
maaltijd en frissche dronk, oase. Hier is zelfs van de oudste tot de jongste texten de uitdrukking te vinden, die het volkomen aequivalent is van refrigerium, nl. kbh, d.i. eigenlijk ‘koel maken met frisch (Nijl)water’, dan ook hemelsche zaligheid en hemel. Met een groot aantal voorbeelden wordt dit nader aangetoond.
Discussie:
Prof. Dr. P.J. Enk wijst op overeenkomstige voorstellingen bij Homerus. De Voorzitter wijst op het belang van den band tusschen philologie en geschiedenis. Naast de congressen voor historici is er ook wel degelijk plaats voor een historische sectie bij de philologencongressen.
Van Dr. J.J. Hondius geen Verslag ontvangen.