Handelingen van het Nederlandsche Philologen-congres 16
(1935)– [tijdschrift] Handelingen van het Nederlands Filologencongres– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTen slotte volgt dan een voordracht over: | |
[pagina 110]
| |
instantie op Jaspers teruggaat, een onderscheiding n. tusschen het traditionalistische type eener-, het oppositioneele type anderzijds. Aan een aantal voorbeelden wordt gedemonstreerd, dat tal van op den voorgrond tredende Claudii (Tiberius behoorde tot de Gens Claudia) tot het tweede type zijn te rekenen, dat zij gewoonlijk in de oppositie zijn en een zekere neiging tot radicalisme, tot opstandigheid, tot contra-mine vertoonen, die bij sommigen in volkomen negativisme ontaardt. Aan twee anecdoten wordt vervolgens in het bijzonder de verwantschap van Tiberius met zijn voorvaderen op het gebied van sacraal en politiek radicalisme gedemonstreerd, ten slotte een poging ondernomen om ook meer in het algemeen het asociale, opstandige element in Tiberius' karakter te belichten. Het is van belang, deze eigenaardigheden op den voorgrond te plaatsen, omdat zij de verklaring geven van de keerzijde van Tiberius' karakter: zijn sterke geslotenheid. Deze komt immers voort uit zijn angst voor primair functioneeren, uit het bewustzijn, dat hij, zoodra hij zich ongeremd laat gaan, zijn omgeving aanstoot geeft.
De Voorzitter dankt spreker voor zijn boeiend betoog, dat aanleiding kan worden tot een geheel nieuwe bestudering van allerlei vraagpunten, bekeken uit modern-psychologisch standpunt. |
|