De revolutie van Tib. Gracchus.
Dat het optreden van Gracchus een revolutie heeft bewerkt is niet te ontkennen. De vraag is echter: waarin bestaat het epochemakende van zijn handelingen. Zijn akkerwetgeving was de voortzetting van een Romeinsche traditie; de afzetting van een tribuun en het streven naar continueering van het tribunaat waren slechts res novae in den zin van: zonder precedent; de eerste gewelddadigheden werden door de tegenpartij bedreven. En toch voelde men dit optreden als conservatief en achtte later dat Gracchus iure caesus moest worden geacht.
Duidelijk is, dat voor de beoordeeling van tijdgenoot en nageslacht niet zoozeer de feiten als wel de motieven beslissend zijn geweest.
In het algemeen wordt het aan Gracchus toegeschreven motief: verdediging van de rechten van het Volk, aanvaard; het opgegeven motief echter der tegenstanders: verdediging van de respublica wordt veelal zonder meer verworpen. En toch is júist die vrees der optimaten ten volle gerechtvaardigd gebleken: de res publica is door de strijd van optimaten en populares, door Gracchus ontketend, te gronde gegaan. Voldoende reden om ook aan de zijde der optimaten te speuren naar de ideologische achtergrond, die aan hun politiek zijn eenheid en taaiheid verleende.
De strijd tusschen optimaten en populares, door Gracchus optreden acuut geworden, moet gezien worden als een politiek conflict. Voorzeker was de aanleiding van Gracchus wetten de sociale nood. Maar op eigenlijk sociaal gebied wilde Gracchus niet meer dan een zekere uitbreiding van de staatstaak, geen omwenteling. Met nadruk betoogde hij, dat hij de militaire kracht en veiligheid van Rome en de belooning voor bewezen diensten als doel van zijn akkerverdeelingen wenschte beschouwd te zien.
We mogen als vaststaand aanemen, dat velen, die later Gracchus dood goedkeurden met zijn sociaal program instemden, althans het doel konden billijken zoo ze ook al tegen de middelen bezwaren van fiscalen aard hadden. Evenmin kan gezegd worden, dat hij een democratische omwenteling nastreefde. De Grieken stellen sociale politiek in het belang der massa gewoonlijk gelijk met democratie. Voor Rome echter geldt, dat de populares slechts in zeer oneigenlijken zin democraten genoemd konden worden. De werkwijze der comitia, de machtspositie van den senaat werd door hen onaangetast gelaten. Niet vermeerdering van invloed voor het volk, maar vermindering van de overmacht van een bepaalde groep schijnt steeds hun doel.