Jeanne d'Arc voor de Universiteit van Parijs.
De Maagd van Orleans is het middelpunt geworden van de wereldbelangstelling. Haar levensbeschrijvers zijn op hun beurt gaan deelen in haar roem, zonder de problemen, die met haar verschijning in de geschiedenis samenhangen, te hebben opgelost. De overvloed der gegevens maakt het juist moeilijk zich de feiten goed voor te stellen.
A. Er bestaat een middel om de zielstoestand van Jeanne d'Arc te kennen op het hoogtepunt van haar merkwaardig leven. We hebben namelijk het proces harer veroordeeling, opgemaakt door haar rechters zelf. Indien we met de studie van die verhooren kunnen vaststellen, wat er omging in haar ziel, haar état d'âme, toen zij voor haar rechters stond, wordt het misschien gemakkelijker zich van andere gegevens te bedienen, in het bijzonder van de verklaringen der getuigen in het rehabilitatieproces. Ik stel mij daarom voor de volgende punten te behandelen:
1. | De beslistheid van Jeanne gedurende de verhooren van het onderzoek. Als zij schijnt te aarzelen, is er geen sprake van vrees of onoprechtheid, om zich zelf anders voor te doen dan zij is. Oogenblikken van vrees heeft zij wel gekend, maar niet gedurende die verhooren. |
2. | Die beslistheid wordt door haar voortdurend in verband gebracht met haar zoogenaamde stemmen, waarvan Quicherat zegt, dat zij haar levenswet geworden zijn. |
3. | Daarbij komt de overtuiging, dat zij verlost zal worden en dat de beproeving eindigen zal in een luisterrijke overwinning. Daar spreekt zij over met haar rechters als over iets, dat niet te weerhouden is. |
B. Daar staat echter tegenover, dat zij het soms niet eens is met de stemmen, of liever, dat zij oogenblikken van zwakheid heeft, waarop zij aan de stemmen niet gehoorzaamt, waarop zij in een zekere verwarring geraakt. Zij weet ook niet alles, wat haar wacht; de stemmen waarschuwen haar slechts. Die oogenblikken zijn de volgende:
1. | Te Beaurevoir wordt zij zoozeer aangegrepen door de angst aan de Engelschen te worden overgeleverd en door haar medelijden met haar vrienden te Compiègne, dat zij uit de toren springt. De stemmen verwijten het haar en zij maakt alles weer goed. |
2. | Iets dergelijks gebeurt op het kerkhof van Saint-Ouen, als de rechters ten einde raad, om van haar de verloochening harer stemmen te verkrijgen, haar zoo in verwarring brengen door het getier van het volk en de aanwezigheid van de beul, dat zij de zoogenaamde afzwering onderteekent. |
3. | Vele geleerden hebben groote bezwaren tegen de Acta posterius, die na den dood van Jeanne bij het proces zijn gevoegd. Als men de verklaringen beschouwt in het licht van Beaurevoir en Saint-Ouen, wordt de glorie van de Maagd van Orleans door die verklaringen nog vergroot. |