Carlyle gradually came to realize his own powers and limitations and the strength of his vocation as a prophet of duty and work. He was no philosopher, no mystic, but a Puritan after the manner of Milton and Langland. And he became certain of his vocation by the study of German literature. - He feit certain that no one else in England had ever understood the spirit of German idealistic philosophy, which he considered to be a modernized version of his old faith.
Se he wrote his autobiography in the manner of Laurence Sterne, but with much more unity of thought than is apparent on the surface. His autobiography is meant as a gospel to a rationalistic public, calling upon them to return to the truth of the Bible as revealed by Goethe, but not to the Goethe of the Fashionable Novels.
Thus to understand Carlyle is to understand one half of the literature of the Victorian Age, one side of the English national character.
De Voorzitter dankt Prof. Pompen voor zijn interessante en leerrijke rede over Carlyle. Hij vraagt, of de afkeer, die Carlyle blijkbaar van Bulwer Lytton had, geen dieperen grond gehad kan hebben, n.l. het gevoel van standsverschil. Het komt hem voor, dat Carlyle niet kon uitstaan, dat Bulwer Lytton iemand was van goede familie, iemand met voorouders. Carlyle was ook gebeten op Scott, omdat Scott iemand was uit een oud geslacht, een gentleman, iets, wat niemand ooit van Carlyle gezegd heeft. Prof. Pompen erkent de juistheid van deze opmerking. Carlyle voelde zich altijd als iemand, die ‘proud of his peasant descent’ was en gaf voor met verachting neer te zien op de Londensche dandy's. Spreker heeft zich dikwijls afgevraagd, hoe het komt, dat Carlyle juist in Sartor Resartus zoo'n aanval doet. Het derde deel is immers een persoonlijke aanval op Bulwer Lytton. Hij kan zich dit boek alleen verklaren, als hij aanneemt, dat het werk van Bulwer Lytton door Carlyle beschouwd werd als een ontheiliging van Goethe.
Mej. Dra. C.R. Meibergen heeft een opstel gelezen van Prof. Fehr in de Germ.-Rom. Monat. over de misvatting van Carlyle aangaande Novalis (Friedrich von Hardenberg), en vraagt inlichtingen over dit artikel. Spreker antwoordt, dat Fehr hoofdzakelijk over de verhouding tusschen Goethe en Carlyle heeft geschreven en deelt hiervan eenige bijzonderheden mede.
De Voorzitter vertrouwt, dat het resultaat van deze lezing zal zijn, dat de aanwezigen hun Carlyle opnieuw zullen raadplegen.