Hoofdstuk XXIX. Steun aan dienstplichtigen.
Een dienstplichtige, die door de verplichting tot het vervullen van de eerste oefening een vasten werkkring heeft moeten verlaten en prijs stelt op behoud of het weder verkrijgen van zijn betrekking, kan zich wenden tot de Koninklijke Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens met het verzoek, dat zij haar medewerking zal verleenen tot het verkrijgen van de toezegging, dat hij na vertrek met groot verlof weder in bedoelden werkkring zal worden opgenomen.
Het verzoek moet schriftelijk geschieden.
In het verzoek moet worden opgegeven de datum, waarop de dienstplichtige de eerste oefening heeft aangevangen, de datum, waarop deze oefening vermoedelijk voor hem zal eindigen, alsook de naam en het adres van den werkgever, bij wien de dienstplichtige tot het tijdstip van zijn opkomst in betrekking was.
Het verzoek moet worden gezonden aan het secretariaat der vereeniging, adres: Hemonylaan 20, AMSTERDAM (Z.), dat het ontvangen verzoek in den regel doet toekomen aan de hierbij betrokken plaatselijke afdeeling.
Deze afdeeling of het secretariaat treedt spoedig na ontvangst van het verzoek in verbinding met den werkgever, met het doel te bereiken, dat deze vroegtijdig rekening zal kunnen houden met het tijdstip, waarop de dienstplichtige vermoedelijk weder te zijner beschikking zal kunnen zijn.
De dienstplichtige, die tegen het einde van de eerste oefening nog geen stellige toezegging aangaande herplaatsing in zijn vorigen werkkring heeft verkregen, hoewel hij te voren een verzoek aan de vorenbedoelde vereeniging richtte, kan nogmaals een verzoek van dien aard aan het secretariaat der vereeniging zenden.
Na ontvangst van dit nader verzoek herhaalt de vereeniging haar pogingen tot het herplaatsen van den dienstplichtige in de door hem verlaten betrekking of doet zij pogingen, hem geplaatst te krijgen in een soortgelijke betrekking.
Indien met de in het vorig lid bedoelde pogingen geen gunstige uitslag wordt bereikt, zal de vereeniging den dienstplichtige behulpzaam zijn bij het verkrijgen van een anderen werkkring.
Indien de dienstplichtige van de genoemde vereeniging hulp in anderen vorm wenscht te verkrijgen en hij daartoe een schriftelijk verzoek aan de vereeniging richt, zal deze overwegen, of en in hoever zij aan het verzoek zal voldoen.
De vereeniging onthoudt in den regel de gevraagde hulp aan den dienstplichtige, die zich door minder goed gedrag tijdens zijn verblijf in werkelijken dienst het verkrijgen van deze gunst niet waardig heeft gemaakt.