Hoofdstuk XXVI. Cantines.
Bij elk regiment - voor verschillende regimenten of onderdeelen in één kazerne of legerplaats verblijf houdende, zoo noodig gemeenschappelijk - wordt ten gerieve van de korporaals en de soldaten zoo noodig een cantine gehouden.
In elke cantine wordt, gedurende door den regimentscommandant vast te stellen gedeelten van den dag, aan vorengenoemde militairen gelegenheid gegeven, om tegen contante betaling eet- en drinkwaren van goede hoedanigheid, alsmede voorwerpen voor dagelijksch gebruik, waaraan onmiddellijke behoefte kan ontstaan en waaronder dus niet te begrijpen kepi's, handschoenen, beenkappen, sporen, schoenen, e.d., tegen zoo laag mogelijk gestelde prijzen te verkrijgen.
De regimentscommandant wijst tot het beheeren van de cantine een cantinecommissie aan van ten minste één officier en van ten minste drie vertegenwoordigers der belanghebbenden, zoodanig, dat iedere groep daarvan (onderofficieren, korporaals en soldaten) is vertegenwoordigd. Bij de aanwijzing der vertegenwoordigers wordt zoo mogelijk rekening gehouden met de wenschen van belanghebbenden. Voor een gemeenschappelijke cantine wordt het getal van de door elk regiment in de cantinecommissie aan te wijzen leden door de betrokken commandanten in onderling overleg geregeld.
De vertegenwoordigers hebben drie maanden zitting. Zij treden om beurten af; een aftredend lid kan opnieuw worden aangewezen. De hoogst of oudst in rang zijnde officier is voorzitter en moet bij voorkeur den rang van kapitein bekleeden.
De commissie vergadert ten minste éénmaal 's maands en bovendien telkenmale, wanneer twee of meer leden zulks aan den voorzitter verzoeken.
In de cantines der korporaals en soldaten, zoomede in alle cantines in legerplaatsen, kampementen, enz is het verkoopen of in voorraad hebben van sterke dranken verboden.
Het is aan ieder militair verboden, vergoedingen, belooningen, giften of beloften van of vanwege de leveranciers te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.