Handboek voor den soldaat (KMA Breda)
(1937)–Anoniem Handboek voor den soldaat– Auteursrecht onbekend
[pagina 123]
| |
Hoofdstuk XXV. Huisvesting.Ongehuwde korporaals en soldaten van het beroepspersoneel en militairen beneden den rang van vaandrig behoorende tot het verlofspersoneel, wonen, behoudens het hierna bepaalde, in de kazerne. Aan de overige ongehuwde beroepsmilitairen en aan verlofsmilitairen kan, met inachtneming van de hierna volgende bepalingen worden vergund, buiten de kazerne te overnachten.Ga naar voetnoot1) Voor elke bewoonde soldatenkamer wordt dagelijks, bij toerbeurt, een soldaat als kamerwacht aangewezen; deze aanwijzing geschiedt door den sergeant van de week, die daartoe een rooster aanhoudt. De kamerwacht houdt de kamer en de daarin aanwezige voorwerpen voor algemeen gebruik in zindelijken staat; hij ziet toe, dat er niets beschadigd of ontvreemd wordt. De compagniescommandant regelt den dienst der kamerwachten; zij moeten zooveel mogelijk aan de oefeningen deelnemen. De kamers worden, wanneer de kamerwachten wegens deelnemen aan de oefeningen niet aanwezig zijn, gesloten. Ieder militair is verantwoordelijk voor den goeden staat van alle voorwerpen, hem van rijkswege in gebruik gegeven. Voorwerpen van nachtleger mogen niet anders worden gebruikt dan voor het doel waarvoor zij zijn bestemd; van ontstane gebreken aan die goederen moet onmiddellijk kennis worden gegeven. Indien de gebruikers verzuimen van deze gebreken kennis te geven, geschieden de herstellingen, welke het gevolg van deze nalatigheid zijn, voor hun rekening. De kleeding- en uitrustingstukken worden zooveel mogelijk in goed afsluitbare kleedingkastjes geborgen; de wapenen worden geplaatst in daarvoor bestemde wapenrekken of gehangen aan de kleedingkastjes. Het gebruik van zwart geverfde kistjes is toegestaan, mits deze goed gesloten kunnen worden en zoodanige afmetingen hebben, dat zij onder het nachtleger kunnen worden geplaatst. De compagniescommandant doet nagaan, of deze kistjes in zindelijken staat worden gehouden; wanneer hij daartoe aanleiding vindt, kan hij den eigenaar de vergunning tot het in de kazerne hebben van het kistje ontnemen. | |
[pagina 124]
| |
Bij afwezigheid van den eigenaar gedurende langer dan vier dagen wordt met het kistje gehandeld, volgens door den compagniescom-, mandant ter zake te stellen bepalingen. Op het kleedingkastje, op het wapenrek en op de in het vorige lid bedoelde kistjes moeten, op de wijze door den compagniescommandant te bepalen, de geslachtsnaam, de voorletters, de rang en het kleeding- en/of wapennummer van den gebruiker zijn vermeld. Voor zooveel, naar het oordeel van den regimentscommandant, de plaatsruimte zulks toelaat, kan worden vergund, een rijwiel of motorrijwiel, buiten verantwoordelijkheid van het Rijk, binnen het kazernecomplex te stallen. Bij elke compagnie is een kazernecommissie, bestaande uit drie vertegenwoordigers van de voor eerste oefening in werkelijken dienst zijnde dienstplichtige sergeanten, van de korporaals en de soldaten, die de regimentscommandant op voordracht van den compagniescommandant, zoo mogelijk rekening houdende met de wenschen der belanghebbenden, aanwijst. Elke twee maanden treedt een der leden af; een aftredend lid kan opnieuw worden aangewezen. De kazernecommissie dient den compagniescommandant van raad met betrekking tot de behartiging van de belangen der militairen inzake huisvesting, nachtligging en hetgeen verder betrekking heeft op de samenleving in de kazerne. De commissie brengt verzoeken en klachten van belanghebbenden, ten opzichte van het kazerneleven, rechtstreeks ter kennis van den compagniescommandant. De commissie vergadert ten minste éénmaal per maand onder leiding van den compagniescommandant. Voorts hoort de compagniescommandant de commissie, wanneer deze dit verzoekt, of wanneer hij dit noodig acht. Hij verstrekt de commissie de inlichtingen, welke zij vraagt, voor zoover deze voor de verrichting van haar functie noodig zijn. Hij beslist op verzoeken en klachten van de commissie of brengt deze ter kennis van den regimentscommandant. Uit de commissie van elke compagnieGa naar voetnoot1) wordt een lid afgevaardigd, om zitting te nemen in de regimentscommissie. De regimentscommandant hoort de regimentscommissie, wanneer deze dit verzoekt, of wanneer hij zulks noodig acht. Binnen het kazernecomplex en in andere tot huisvesting of verblijf van militairen aangewezen inrichtingen mag geen nering of bedrijf worden uitgeoefend dan met schriftelijke toestemming van den regimentscommandant. Het aanbieden van geschriften aan militairen binnen het kazerne- | |
[pagina 125]
| |
complex en in andere tot huisvesting of verblijf van militairen aangewezen inrichtingen en voorts gedurende de rust bij militaire oefeningen, mag alleen plaats vinden met vergunning van den regimentscommandant, die deze vergunning alleen zal verleenen, wanneer de inhoud van die geschriften geen aanleiding kan geven tot wanorde of rustverstoring, en voorts de inhoud niet strijdig is met de krijgstucht, met de goede zeden of met de maatschappelijke orde. In alle voor militaire doeleinden bestemde lokaliteiten, met uitzondering van de cantines der onderofficieren, waar bij meerderheid van stemmen is bepaald, dat verkoop van sterken drank mag plaats vinden, is het in bezit hebben van sterken drank verboden. Alle hazardspelen om geld zijn binnen het kazernecomplex en in andere tot huisvesting of verblijf van militairen aangewezen inrichtingen verboden. Vergaderingen van militairen in militaire gebouwen of op voor militair gebruik bestemde terreinen mogen niet plaats vinden zonder vergunning van den regimentscommandant; deze vergunning wordt slechts verleend, wanneer het geldt bespreking van onderwerpen, welke geen dienstaangelegenheden betreffen, zooals ontspanning, sportbeoefening, feestvieringen, e.d., waarbij dan echter steeds een hiertoe door den regimentscommandant aan te wijzen officier met de leiding belast of aanwezig is. | |
Regeling overnachten buiten de kazerne.I. De regiments- (detachements-) commandant is - met inachtneming van het gestelde in de navolgende ‘Algemeene bepalingen’ - bevoegd om aan voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst komende verlofsmilitairen, voor zooveel niet gerechtigd om buiten de kazerne te wonen, die daartoe uiterlijk een maand vóór den dag van opkomst schriftelijk het verzoek tot hem richten, te vergunnen buiten de kazerne te overnachten. | |
Algemeene bepalingen.Aan ongehuwden wordt uitsluitend vergund, om in het huis van hun ouders of voogden te overnachten. De vergunning wordt slechts verleend, nadat ouders of voogden schriftelijk hebben verklaard, daarmede in te stemmen, onder mededeeling, dat zij bekend zijn met den inhoud dezer regeling. Aan gehuwde verlofsmilitairen kan worden vergund, om bij hun gezin te overnachten. | |
[pagina 126]
| |
De vergunning mag slechts worden verleend, indien de woning, waar overnacht wordt, gelegen is op niet meer dan 8 km van de kazerne. De militairen, aan wie de vergunning is verleend, kunnen worden vrijgesteld van het morgen- en avondappèl, doch moeten op een door den regimentscommandant te bepalen tijdstip vóór den aanvang van den dienst bij het betrokken onderdeel aanwezig zijn. Overigens ontheft de vergunning niemand van eenigen dienst. De wapenen en het ledergoed van de militairen, aan wie de vergunning is verleend, blijven in de kazerne. Omtrent de kleeding en verdere uitrusting stelt de compagniescommandant bepalingen vast. Aan de militairen, op wie deze regeling van toepassing is, kan vrijstelling van deelneming aan de menage worden verleend. Zij, die op het ziekenrapport moeten verschijnen, of die den officier van gezondheid wenschen te raadplegen, moeten zóó tijdig in de kazerne aanwezig zijn, dat zij door den sergeant van de week in het ziekenregister kunnen worden aangeteekend voor den aanvang van het ziekenrapport. Kwartierzieken en zij, die wegens ongesteldheid worden vrijgesteld van eenigen dienst of nà verrichten dienst rust in het kwartier moeten houden, dan wel gestraft zijn, mogen van de vergunning geen gebruik maken en moeten gedurende bedoelde tijdperken in de kazerne overnachten, tenzij de officier van gezondheid dit voor den betrokken militair niet gewenscht acht; zij worden zoo noodig weder in de menage opgenomen. De militair, die ziek is geworden en niet in staat is, zich naar de kazerne te begeven, draagt zorg, daarvan vóór den aanvang van het morgenziekenrapport kennis te geven aan den sergeant van de week, of, in geval hem daartoe de gelegenheid ontbreekt, zoo spoedig mogelijk op het bureel van het onderdeel, waartoe hij behoort. Indien de ziek achtergeblevene vertoeft binnen het rayon, door den chef van den Militair Geneeskundigen dienst in overleg met den Garnizoenscommandant ter plaatse bepaald, waarbinnen zij, die daartoe zijn gerechtigd, geneeskundige hulp kunnen verlangen, wordt hij zoo spoedig mogelijk door een officier van gezondheid bezocht en desgewenscht behandeld. Medicijnen kunnen door bemiddeling van de huisgenooten uit de militaire- of daartoe aangewezen burger-apotheek worden betrokken. Vertoeft de ziek achtergeblevene buiten het in de vorige alinea bedoelde rayon, dan zijn, onverminderd de verplichting, tijdig kennis te geven aan den sergeant van de week, op hem van toepassing de bepalingen nopens het achterblijven van verlof of bewegingsvrijheid wegens ziekte. | |
[pagina 127]
| |
Voor of als gevolg van het buiten de kazerne overnachten zal geen enkele vergoeding van gemaakte kosten van het Rijk kunnen worden gevorderd, dus ook niet, in geval van ziekte, voor geneeskundige behandeling, medicijnen, versterkende middelen of verpleging. Indien in de gemeente, waar de militair overnacht, cholera, vlektyphus, pokken of pest voorkomt, wordt de vergunning ingetrokken, zoodra daartoe aanleiding wordt gevonden. De vergunning wordt steeds ingetrokken, zoodra in de gemeente een besmettelijke ziekte epidemisch wordt verklaard. De compagniescommandant zal er den betrokkene op wijzen, van hoe groot belang het niet alleen voor hemzelf, maar ook voor de overige militairen is, dat hij reeds bij het vermoeden van een besmettelijke ziekte in de woning, waarin hij overnacht, van de vergunning geen gebruik maakt. Indien in de woning een geval van besmettelijke ziekte is vastgesteld, is de betrokkene verplicht, dit onverwijld aan zijn compagniescommandant mede te deelen. Ontvangt deze commandant zoodanige mededeeling van den betrokkene of van den behandelenden geneeskundige, dan wordt de vergunning tijdelijk ingetrokken; ontvangt de commandant de mededeeling van andere zijde, dan wordt de vergunning blijvend ingetrokken. Militairen, die overnacht hebben in een woning, waarin besmettelijke ziekte is geconstateerd, worden in quarantaine opgenomen in de militaire of daartoe bestemde burgerziekeninrichting. De vergunning wordt onmiddellijk ingetrokken, wanneer deze naar het oordeel van den compagniescommandant verminderde dienstprestaties of onvoldoende verpleging tengevolge heeft, of het gedrag van den betrokkene daartoe aanleiding geeft. De regiments- (detachements-) commandant kan voor allen of voor een gedeelte (alsdan om beurten) de vergunning intrekken, indien dit in het belang van den dienst of van het handhaven van orde en rust noodig is. In den regel zal aan den militair, die vergunning heeft, om buiten de kazerne te overnachten, daarin geen logies worden verstrekt dan in gevallen, waarin de compagniescommandant zulks noodig acht. II. Militairen aan wie niet, overeenkomstig het bepaalde onder I de vergunning om buiten de kazerne te overnachten kan worden verleend, doch die, op grond van bijzondere omstandigheden waarin zij verkeeren, nochtans voor bedoelde gunst in aanmerking zouden wenschen te komen, kunnen zich met een daartoe strekkend schriftelijk, met redenen omkleed verzoek, wenden tot den Minister van Defensie. |
|