hebben gehaald. In dit gedeelte vindt men namelijk als aparte lemma's
letterlijke vertalingen van Nederlandse samengestelde woorden zoals domáci
trenažér (hometrainer), cestovná kancelária (reisbnreau), pernamentka na vleky (skipas).
Het Nederlands-Slowaakse gedeelte van het woordenboek is door de auteur dus waarschijnlijk
eenvoudigweg ‘omgedraaid’ in de computer en ‘verrijkt’ met woorden uit de in 2000 uitgekomen
publicatie Pravidlá slovenského pravopisu (Het groene boekje van Slowakije).
Toch vragen wij ons af hoe het kan gebeuren, dat een Nederlander bij het samenstellen van de
15.000 meestgebruikte Nederlandse woorden veelgebruikte begrippen als stroop,
polder, speculaas of spijkerbroek vergeet? Aan de andere kant vindt men
in het woordenboek dan weer termen als krultang (ondulaçné železo) of kuit schieten (triet') en in het Slowaaks-Nederlandse gedeelte volstrekt
archaïsche woorden als liace (teugels), of in het Slowaaks volledig foutieve
uitdrukkingen als zvonková hra (zvonkohra) - klokkenspel, hausovat' - housen
enz.
De grammaticale omschrijving van de lemma's is uiterst origineel. Bij zelfstandige
naamwoorden worden de verkleinwoorden af en toe onder een zelfstandig lemma ondergebracht. Zo
vindt men vogel/vogeltje onder elkaar, maar bijvoorbeeld bij pad staat paadje niet meer vermeld. Bij sommige bijvoegelijke
naamwoorden wordt de tweede trap van vergelijking ook als een apart lemma opgenomen. Daardoor
vindt men breder en breed als aparte ingangen onder elkaar,
des te moelijker is het te begrijpen dat bij de bijvoegelijke naamwoorden zoals smal, of snel deze vormen weer ontbreken. Hetzelfde geldt ook voor de
Slowaaks-Nederlandse variant van het woordenboek.
Oriëntatie en zoeken in dit boekje vraagt dan ook van een ervaren woordenboekengebruiker veel
geduld en fantasie. Zoekt hij namelijk woorden op als skibroek, ski-jack of
skipulli, dan vindt hij die onder het lemma lyžiarsky
(ski-) en niet bij de zelfstandige naamwoorden broek, jack en pulli, die de basis voor deze benamingen vormen. Dit geldt dan helaas weer niet
voor elk samengesteld woord, want een gevarendriehoek staat niet onder het
lemma gevaar vermeld, maar wordt als een aparte ingang výstražý
trojuholnik behandeld.
Merkwaardig zijn ook de betekenissen van sommige woorden die óf door slordigheid, óf door een
beperkte kennis van beide talen zijn ontstaan. Zo leren wij uit dit woordenboek dat zoeten en
planten, of potten en servies hetzelfde betekenen, dat de Slowaakse sterke drank Slivovica een
soort brandy is en toelage wordt als middel vertaald: