‘Taalprobleem’
(Uitgezonden op 8 februari 1984.) In de groentewinkel.
Ik geloof dat het probleem van de buitenlanders in de eerste plaats
een taalprobleem is. En een middenstander die even doordenkt, zo'n
man zorgt er gewoon voor dat hij zijn talen spreekt! Ik beheers nou
Turks, Marokkaans, ik ben in de avonduren bezig met Papiamento, je
móet wel. Nou gaat dat mij vrij makkelijk af, ik heb dus echt een
talenknobbel, maar de winkeliers hier in de buurt die maar gewoon,
stug Nederlands blijven spreken, die verliezen op zo'n manier wel
hun klandizie ... (Een Turkse klant komt
binnen.)
A! Constantinopolos! (Zo noem ik hem namelijk, want daar komt 'ie
vandaan. Is al zes jaar vaste klant hier.) Hè? Voor bikke bikke, jij
hiero! Ies Koet hè, groente hiero.
U heeft altijd mooie groenten mijnheer. In groenten van supermarkt
zie ik vaak kleine beestjes lopen. Maar in uw winkel kan ook de
versheid en de hygiëne de toets der kritiek doorstaan.
Koet, koet! Schòn zo. En hoe is het leven? Vrouw nog Au met
hinkebeentje?
Het beentje van mijn vrouw is, naar het zich medisch laat aanzien,
weer op de goede weg, mijnheer.
Nou - wat gaat vanavond in buikie? Kilootje Apies maar doen? Velletje
af van de Apies, in groot schilmachien?
Nee, schilt u hen maar niet mijnheer, hoe vriendelijk u dit zonder
twijfel ook bedoelt. Maar we moeten allemaal op de kleintjes letten
en zelf schillen scheelt toch twee centen. Bovendien vind ik het
opvoedkundig van belang, dat mijn kinderen helpen aanpakken, in het
huishouden. En nu zult u zeggen: Wal is nou twee centen, maar als ik
per jaar zell vijftig kilo aardappels schil...
Ja, is koet, Konstantinopel. Hele kilo Apies, maar niet blote Apies.
(Ja, voor hetzelfde geld staat 'ie zo nog een uur te ratelen hoor. Ze
hebben de tijd hè, die gasten...)
Maar allen kauw Apies, is wel veel beetje weinig hè?
Zegt u dat wel, mijnheer. Nee, wij wilden vanavond met het hele gezin
eens gezellig genieten van de specifieke hollandse keuken, die wij
tijdens ons verblijf alhier te lande zeer hebben leren waarderen,
mijnheer. Zoals daar zijn, ik doe maar een greep: en noem u de
Boerenkool, de Zuurkool, de Rode kool, de Hutspot, Erwtensoep en ook
uw hele scala van pappen. Mag ik in dit verband noemen de
Havermoutpap, de Griesmeelpap, Karnemelksepap, Lammetjespap...
Nee mijnheer. Maar dit was bij wijze van spreken. Voor de pappen moet
ik mij vervoegen bij de zuivelspecialist. Geeft u mij alstublieft
twee kilo boerenkool en een grote Rookworst uit uw provincie
Gelderland, met die mooie Veluwe.
Jij weten toch hoe moeten Boerenkool, hè? Groot, groot pan, veel nat
uit kraan, pan op vlam, lang kokie kokie...
De Bereidingswijze van Boerenkool is mij bekend, mijnheer.
Nog Toetje Toetje? Vrucht? Vrucht goed voor rikketik en veel ...eh.
(Wat is nou ook weer het Turkse woord voor Vitamine. Hè, kan er even
niet opkomen ...) Zitten kleine beestjes, hè, in fruitbal.
Nee, koete kleine beestjes. Atomen voor gezond. Voor veel sterkspier.
Pondje doen?
(Klant komt met boodschappentas uit winkel)
Alles bij elkaar vind ik Nederland een van de beschaafdste landen van
West-Europa, maar één ding valt mij hier op en dat is dat de
Nederlanders voortdurend slordiger worden in het gebruik van hun
moedertaal. Goedemiddag