Verslag van de vergadering van de docenten uit Indonesië
Prof.dr. Sulastin Sutrisno
We hebben onze bespreking beperkt tot het onderwerp: wat kunnen we de komende
drie jaren (tot het Negende Colloquium Neerlandicum) doen om het onderwijs
Nederlands in Indonesië te bevorderen?
Zoals de situatie zich nu voordoet, zouden we in verband met het genoemde
onderwerp de volgende punten naar voren kunnen brengen:
1. | De enige sectie Nederlands als hoofdvak aan de Universiteit van Indonesië
in Jakarta behoort goed versterkt te worden met mankracht, gepaard met een
goed uitgewerkt programma en redelijk voorzien van de nodige faciliteiten,
voornamelijk die op wetenschappelijk terrein, daar deze sectie zich
verantwoordelijk moet stellen voor de voorziening van bevoegde docenten
Nederlands aan de andere universiteiten in Indonesië. |
2. | Om aan het gebrek aan docenten Nederlands tegemoet te komen, zal
bijscholing van wezenlijk belang zijn voor docenten die nu het Nederlands
verzorgen als hun neventaak naast hun hoofdtaak in hun respectievelijk
studiegebied. De bijscholing zou plaats kunnen vinden in een centrum voor
Nederlandse taalstudie in Nederland of in een bijscholingscursus van rond
drie maanden in Indonesië, waar de docenten bijgewerkt worden in didactiek,
methodiek en taalvaardigheid. |
3. | Een andere mogelijkheid in de voorziening van docenten Nederlands in
verschillende vakgebieden met Nederlands als verplicht bijvak, is een beroep
te doen op de leden van de wetenschappelijke staf, die reeds een paar jaren
een intensieve cursus Nederlands hebben gehad, met het oog op hun verdere
studie in Nederland. Zij zouden na enige jaren verblijf in Nederland bij
terugkeer naar hun eigen faculteiten ook Nederlands kunnen geven, naast hun
hoofdvak. Zij moeten dan wel nageschoold worden tot docent Nederlands als
bronnentaal (‘vreemde leestaal’). Zo krijgen we historici, antropologen,
filologen, linguïsten, archeologen, juristen, en deskundigen op andere
vakgebieden als docenten Nederlands in hun eigen studierichting. Want
uiteraard weten zij het best, wat hun studenten aan die bronnentaal hebben,
de noodzaak ervan voor hun studie. |
4. | Een laatste punt dat ongetwijfeld aandacht verdient is het gebrek aan goed
studiemateriaal, in het bijzonder goede Nederlands-Indonesische
woordenboeken, die intensief geraadpleegd worden voor
tekstverklaring. |
De bovengenoemde gedachten, mits ze ten uitvoer gebracht kunnen worden met alle
medewerking van de betrokken partijen, zullen hopelijk aan onze bescheiden
verwachtingen voldoen.