Colloquium Neerlandicum 8 (1982)
(1983)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum– Auteursrechtelijk beschermdVerslag van het achtste colloquium van docenten in de neerlandistiek aan buitenlandse universiteiten
[pagina 111]
| |||||||||||||||||||||||||||
Over Poolse vertalingen van Nederlandse realiaGa naar voetnoot*Stanisław Prędota
Onder het begrip ‘Nederlandse realia’ verstaan we woorden en woordgroepen van het Nederlands die geen directe equivalenten hebben in het Pools en die culturele realia aanduiden, zowel materiële als geestelijke, die specifiek zijn voor de Nederlandse taalgemeenschap, bijv. terp, waterschap, prinsjesdag, dolle Mina's. Bij onze overwegingen houden we ons echter alleen met Noordnederlandse realia bezig; Zuidnederlandse zullen we buiten beschouwing laten. De ruimtelijke en culturele afstand tussen Nederland en Polen is relatief klein, want beide landen maken vanaf hun begin deel uit van de Westerse beschaving en de afstand tussen Amsterdam en de Poolse grens bedraagt nog geen 800 km! Desondanks zijn er talrijke verschillen te constateren tussen de Nederlandse en de Poolse taalgemeenschap die vooral voortvloeien uit andere bestaansomstandigheden en een anders verlopen historische ontwikkeling van beide gemeenschappen. Dit verklaart ook het feit dat er een vrij talrijke groep Nederlandse realia bestaat zonder directe lexicale equivalenten in het Pools. Voor de Nederlands-Poolse lexicologie, voor de vertaalpraktijk en ook voor het onderwijs Nederlands aan Polen is het wenselijk:
Uit eerste observaties is gebleken dat equivalentloze Nederlandse realia vooral te vinden zijn op de volgende gebieden:
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||||||||||||||||
In deze bijdrage zullen we nagaan hoe equivalentloze Nederlandse realia worden weergegeven in het Pools. Onze uiteenzettingen zijn o.a. gebaseerd op analyses van Poolse vertalingen van Nederlandse literaire en niet-literaire werken, op het leerboek Mówimy po niderlandzku van S, Prędota en L. Stembor, op de taalgids Rozmówki holenderskie van L. Stembor en op Poolse publicaties over Nederland. Doorslaggevend voor de vertaling van realia is hun synchrone morfologisch-semantische motivatie. Daarbij zijn alle ongelede woorden ongemotiveerd. Onder gelede woorden en woordgroepen kunnen we drie typen onderscheiden:
Vervolgens zullen we ingaan op de vertaling van realia die ongelede woorden, gelede woorden en woordgroepen zijn.
I. Bij de weergave van realia die ongemotiveerde ongelede woorden zijn kan geen morfologisch-semantische analyse worden toegepast, d.w.z. men kan hun betekenis niet afleiden uit hun vorm. Hun betekenis dient men dus op te zoeken in een verklarend woordenboek van het Nederlands. Bij hun vertaling komen twee mogelijkheden in aanmerking: lexicale ontleningen en omschrijvingen.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 113]
| |||||||||||||||||||||||||||
Soms vormen dergelijke verklaringen omvangrijke woordgroepen die gelijkstaan aan een begripsdefinitie, bijv.:
II. Van belang voor de vertaling van realia die gemotiveerde gelede woorden (samenstellingen en afleidingen) zijn is hun motivatiegraadGa naar voetnoot*. Volgens dit kriterium kan men ze in drie typen indelen:
Vervolgens zullen we nagaan hoe Nederlandse realia die tot die drie typen behoren in het Pools worden weergegeven. Binnen die typen zullen we onze aandacht richten op de samenhang tussen de motivatiegraad van de realia en hun vertalingsmogelijkheden in het Pools. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 114]
| |||||||||||||||||||||||||||
Type 1: Niet geïdiomatiseerde gelede woorden met een volledige morfologisch-semantische motivatie, bijv. dijkbestuur, polderbelasting, waddeneiland, IJsselmeer, dijker, beiaardier. Dankzij de volledige motivatie veroorzaakt hun vertaling in de regel geen moeilijkheden. In principe worden Nederlandse samenstellingen in het Pools niet als samenstellingen weergegeven, maar vooral als woordgroepen, bijv. het grachtenhuis - dom nad kanaƚem (letterlijk: ‘huis aan gracht’). Bij de vertaling van Nederlandse realia die composita zijn dient men hier dus rekening mee te houden en men kan hier het volgende tweeledige procédé toepassen: a) eerst wordt bij een morfologisch-semantische analyse de betekenisrelatie vastgesteld die er bestaat tussen de componenten van de samenstelling in kwestie. Het meest geschikt hiervoor blijkt een transformatie te zijn van het compositum in een semantisch equivalente woordgroep, bijv.:
b) daarna wordt deze woordgroep in het Pools vertaald met een leenvertaling. Men mag veronderstellen dat die vertaling alleen, d.w.z. zonder aanvullende verklaring, de betekenis van het betrokkene begrip weergeeft voor de ontwikkelde Pool, bijv.:
Een analoog procédé kan men ook toepassen bij de vertaling van realia die afleidingen zijn, bijv. dijker, beiaardier.
Type 2: Gedeeltelijk geïdiomatiseerde gelede woorden met een partiële morfologisch-semantische motivatie, bijv. pindakaas, koffietafel, rijsttafel, poldergast, polderjongen. Wegens hun partiële motivatie kan men bij het vertalen stuiten op bepaalde moeilijkheden. Hier kan men van hetzelfde procédé uitgaan als bij het voorafgaande type 1, d.w.z. van een transformatie en een leenvertaling van het getransformeerde begrip. Samenstellingen van type 2 zijn echter gedeeltelijk verholen en daarom slechts beperkt transformeerbaar. Bij hun transformatie in semantisch equivalente woordgroepen dient men dus uit te gaan van hun vorm alsook van hun betekenis zoals die vermeld staat in een verklaren woordenboek, bijv.
De getransformeerde woordgroep wordt in het Pools vertaald met een leenvertaling. Daarbij mag men aannemen dat een aanvullende explicatie niet noodzakelijk is voor de Poolse lezer, bijv.
| |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 115]
| |||||||||||||||||||||||||||
Type 3: Geheel geïdiomatiseerde gelede woorden zonder synchrone morfologisch-semantische motivatie, bijv. prinsjesdag, hunebed, boterletter, banketstaaf, heemraad, rederijker; uitsmijter, vroedschap, veenschap, waterschap. Door afwezigheid van motivatie moet men bij hun vertaling rekening houden met ernstige moeilijkheden. Bij composita van type 3 die volledig verholen zijn kan men geen transformatie toepassen, bijv.:
De vertaler ziet zich dus genoodzaakt hun betekenis op te zoeken in een verklarend woordenboek en de daar gevonden verklaring vervolgens in het Pools weer te geven. Daardoor ontstaan omschrijvingen die vaak bestaan uit een omvangrijke woordgroep, bijv.
III. Essentieel voor de vertaling van woordgroepen is hun graad van idiomatisatie. Naar dit kriterium zijn ze - analoog aan de gelede woorden - in te delen in de volgende drie typen:
Daarna proberen we na te gaan op welke manier Nederlandse realia die tot die drie typen worden gerekend vertaald kunnen worden. Daarbij zullen we letten op de samenhang tussen de motivatiegraad van de realia en hun vertalingsmogelijkheden in het Pools. Type a: Niet geïdiomatiseerde woordgroepen met een volledige lexicaal-semantische motivatie, bijv. Eerste Kamer, Tweede Kamer, burgemeester en wethouders, Partij van de Arbeid. Dankzij de volledige motivatie veroorzaakt hun vertaling in principe geen moeilijkheden. Bij hun weergave in het Pools kan men - analoog aan de geleide woorden van type 1 - gebruik maken van leenvertalingen, bijv.:
Men mag verwachten dat de leenvertaling zonder aanvullende verklaring de betekenis van de vertaalde woordgroep weergeeft voor de ontwikkelde Pool. Sommige ervan, vooral wanneer ze vaak gebruikt worden, kunnen met de tijd een vast bestanddeel gaan uitmaken van de Poolse woordenschat. | |||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| |||||||||||||||||||||||||||
Type b: Gedeeltelijk geïdiomatiseerde woordgroepn met een partiele lexicaal-semantische motivatie, bijv. Antirevolutionaire Partij, commissaris der Koningin, dolle Mina's, Orde van den Prince, Raad van Beroep, Staten-Generaal. Wegens de partiële motivatie kunnen bij hun vertaling bepaalde moeilijkheden voorkomen. Bij hun weergave in het Pools kan men zich bedienen van leenvertalingen, bijv.:
In tegenstelling tot woordgroepen van het voorafgaande type a blijkt echter dat leenvertalingen alleen niet voldoende zijn om de betekenis van de vertaalde woordgroepen volledig begrijpelijkte maken voor de ontwikkelde Pool. Voor hem is dus een aanvullende informatie over deze realia noodzakelijk.
Type c: Geheel geïdiomatiseerde woordgroepen zonder lexicaal-semantische motivatie, bijv. blinde vinken, drie-in-de-pan, boompje verwisselen, gouden ridder. Wegens gebrek aan motivatie kunnen ernstige moeilijkheden ontstaan bij hun vertaling. Bij de weergave van dergelijke woordgroepen kan men dus geen gebruik maken van leenvertalingen. De vertaler ziet zich gedwongen - analoog aan de gelede woorden van type 3 - hun betekenis op te zoeken in een verklarend woordenboek om ze daarna weer te geven in het Pools. Daarbij ontstaan soms omschrijvingen die omvangrijk kunnen zijn, bijv.:
Uit de voorafgaande overwegingen kan men twee conclusies trekken over de vertaalbaarheid van Nederlandse realia:
|