Allereerst is het heel moeilijk precies te weten wie er genoemd moeten worden,
omdat er in de opgave van verwachte gasten altijd op het laatste moment nog
wijzigingen komen, maar veel belangrijker is nog dat zo'n lange opsomming
onmiskenbaar een wat formeel en plechtstatig karakter heeft. Het leek me zo
moeilijk daarna nog tegen u allen te zeggen: fijn dat u gekomen bent. En dat wil
ik zo graag tegen u zeggen, omdat ik het bijzonder op prijs stel dat zovele
gasten de moeite genomen hebben deze openingszitting bij te wonen. De
buitenlandse neerlandistiek beschouwt dit als een blijk van erkenning voor de
taak die de docenten aan buitenlandse universiteiten vervullen, de IVN ziet uw
aanwezigheid als een blijk van waardering voor het werk dat zij ten bate van die
neerlandistiek verricht. Daarom, dames en heren genodigden, neemt u mij niet
kwalijk dat ik u niet allemaal genoemd heb, en weet dat u zéér welkom bent.
U zult me overigens wel ten goede houden, dat ik één van u wél met name noem, nl.
de heer Polak, burgemeester van Amsterdam. Ik wil u nl. hartelijk danken, meneer
Polak, voor de bijdrage van de gemeente Amsterdam aan het programma van ons
colloquium en ik heb daarvoor alleen nu de kans, omdat u bij het begin van de
theepauze alweer weg moet. Zoals u ziet staat deze eerste dag in het teken van
Amsterdam. De lezing die op de openingszitting
gehouden wordt, gaat over ‘Amsterdam op het eerste gezicht’ en de rondvaart die
later op de middag plaatsvindt en is aangeboden door het gemeentebestuur, sluit
daar prachtig bij aan. Deze rondvaart heeft tevens het karakter van een
ontvangst van de colloquiumdeelnemers door de gemeente Amsterdam, en ik dank u
bij voorbaat, meneer de burgemeester, voor de geboden gelegenheid om uw stad
aldus met verschillende zintuigen te leren kennen.
Dan wil ik nu een hartelijk welkom toeroepen aan u, dames en heren docenten in de
neerlandistiek aan universiteiten buiten België en Nederland. Want om u gaat het
tenslotte allemaal. Voor u heeft het bestuur van de IVN in de afgelopen tijd
veel werk gemaakt van de voorbereiding van dit colloquium, voor u zullen de
sprekers, forumleden, discussieleiders, de leden van het congresbureau en het
personeel van hotel Casa 400 ongetwijfeld hun best doen, op u wachten Amsterdam,
de IJselmeerpolders en het Muiderslot. Wij zijn dan ook erg blij dat u weer in
groten getale bent gekomen, als ik goed geteld heb zelfs in een groter aantal
dan ooit tevoren. Het driejaarlijkse colloquium blijkt dus nog steeds - om een
cliché te gebruiken - in een behoefte te voorzien.
Er was wel enige reden om zich af te vragen of dat zo zou zijn. Immers, we houden
ditmaal het zevende colloquium en organisatoren van geregeld terugkerende
evenementen vragen zich na