Verder heeft niet alleen de Nederlandse Ambassadeur in België zich
persoonlijk op de openingszitting van dit Colloquium laten
vertegenwoordigen, maar ook de aanwezigheid van verscheidene Ambassaderaden
en Attaché's, zowel buitenlandse in België als Belgische en Nederlandse in
landen van waaruit docenten aan ons Colloquium deelnemen, is een
aanmoedigend bewijs voor de belangstelling waarmee ook buiten onze grenzen
onze activiteit wordt gevolgd. Niet minder opvallend is de talrijke opkomst
uit de kring van binnenlandse, dat wil zeggen Nederlandse en Belgische
openbare besturen en partikuliere instellingen en verenigingen. Het is met
dankbaarheid dat ik Uw aanwezigheid hier wens te onderstrepen.
Enkele personaliteiten zijn door ambtsbezigheden tot hun spijt verhinderd
hier aanwezig te zijn. Zij hebben mij verzocht hen bij U te excuseren.
Mijn welkom geldt op zeer bijzondere wijze voor mijn buitenlandse collega's.
Mede namens het bestuur van de IVN én tevens mede uit naam van de Rectores
van de Universiteit Antwerpen die ons gastvrijheid verleent, in dit
prachtige faculteitsgebouw, zou ik U een bijzonder hartelijk welkom willen
toeroepen. Ik zou willen zeggen ‘welkom thuis’ want indien de Lage Landen
niet Uw werkelijke vaderland zijn, dan zijn zij ongetwijfeld Uw tweede
vaderland. U hebt immers van de studie en het onderwijs van onze taal en
cultuur Uw levenstaak gemaakt en dat verdient onze oprechte erkentelijkheid
én onze steun. Welkom na de honderden, ja zelfs duizenden kilometers die U
gisteren en misschien nog wel gedeeltelijk vandaag hebt afgelegd om aan dit
Colloquium, Uw Colloquium, deel te nemen.
U hebt in overgrote aantallen aan onze uitnodiging gevolg willen geven: 17
van de 18 landen in Europa waar Nederlands wordt gedoceerd, zijn op dit
Colloquium vertegenwoordigd, sommige zoals de Duitse Bondsrepubliek,
Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië door meerdere docenten van meerdere
universiteiten. En voor wat de neerlandistiek buiten Europa aangaat zijn er
in dit auditorium vakgenoten aanwezig uit Australië, Canada, Indonesië,
Korea, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika.
Ofschoon de door ons in 1961 begonnen actie ten bate van de neerlandistiek
extra muros voornamelijk, zoniet uitsluitend betrekking had op de studie en
het onderwijs van het Nederlands in universitair verband, toch hebben wij
nooit nagelaten belang te stellen in wat zich afspeelde op de drempel van
het universitair onderwijs, nl. in de middelbare onderwijsinstellingen,
voornamelijk in de landen om ons heen. Ter gelegenheid van dit Zesde
Colloquium hebben wij deze belangstelling voor het eerst geconcretiseerd
door enkele docenten Nederlands bij het secundair onderwijs uit onze
buurlanden als gasten uit te nodigen. Ook tot