| |
| |
| |
Resoluties van het derde colloquium van hoogleraren en
lectoren in de Nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten, gehouden te
's-Gravenhage van 5 tot 9 september 1967
1. | Er blijft dringende behoefte bestaan aan didactisch materiaal. De
nederlandisten in het buitenland zien het als hun taak zich bezig te houden
met de samenstelling van dit materiaal. Het Colloquium geeft de Belgische en
Nederlandse Regeringen in overweging voor dit doel opdrachten te verstrekken
en voor de uitgave hiervan subsidie te verlenen. |
| |
2. | Met verwijzing naar de 3e resolutie van het Tweede Colloquium te Brussel,
in 1964, spreekt het Colloquium als zijn mening uit, dat een oplossing van
het vraagstuk van het bibliografisch apparaat zou kunnen worden gevonden
door het bibliografisch materiaal, aanwezig in het Institut für
Niederländische Philologie der Universiteit te Keulen op eenvoudige en
goedkope wijze te vermenigvuldigen en ter beschikking te stellen van
vakgenoten. Het Colloquium dringt er bij de Belgische en Nederlandse
Regeringen op aan, de uitvoering van dit plan mogelijk te maken door
personeel en financiën ter beschikking te stellen. |
| |
3. | Het Colloquium constateert dat de Nederlandse literatuur nog steeds zeer
weinig bekendheid geniet in het buitenland. Ten einde hierin verbetering te
brengen is het gewenst:
a) | het vertalen van Nederlands werk te bevorderen, |
b) | de reeds bestaande vertalingen zoveel mogelijk te publiceren (met
name op het gebied van de Nederlandse dramatiek), |
c) | het lezend publiek in het buitenland met de Nederlandse literaire
produktie in kennis te brengen. Het Colloquium is dankbaar voor het
werk dat de Stichting ter bevordering van het vertalen van
Nederlands letterkundig werk op dit gebied verricht en dringt er bij
de Belgische en Nederlandse Regeringen op aan deze en soortgelijke
activiteiten zoveel mogelijk te ondersteunen. De buitenlandse
nederlandisten zijn bereid hieraan alle medewerking te
verlenen. |
|
| |
| |
4. | Samenwerking tussen de commissies die voorstellen doen tot hervorming van
de spelling van het Nederlands en het Afrikaans is zeer gewenst. Wederzijdse
vertegenwoordiging in adviserende hoedanigheid wordt aanbevolen. |
| |
5. | Het is te verwachten dat door de uitbreiding van het onderwijs in de
nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten de behoefte aan beurzen voor
een korter of langer studieverblijf in België of Nederland zal groeien, met
name beurzen voor het bijwonen van zomercursussen. Het Colloquium acht het
gewenst dat het aantal voor dit doel beschikbaar te stellen studiebeurzen
gelijke tred houdt met die groeiende behoefte. |
| |
6. | Aangezien de toekomst van de nederlandistiek in het buitenland in
belangrijke mate afhankelijk is van de vorming van toekomstige buitenlandse
docenten in de nederlandistiek, dringt het Colloquium er op aan
promotiebeurzen beschikbaar te stellen voor begaafde buitenlandse
nederlandisten, daar de duur van de huidige op basis van bilaterale
verdragen verstrekte beurzen te kort is, terwijl de studieperiode
uitsluitend in Nederland of België doorgebracht moet worden. |
| |
7. | Het Colloquium dringt er bij de Belgische en Nederlandse Regeringen op aan
om aan de regeringen van ontwikkelingslanden waar daaraan behoefte bestaat
mensen en middelen ter beschikking te stellen voor de beoefening van de
neerlandistiek waarbij prioriteit ware te geven aan die ontwikkelingslanden
voor wier volken de kennis van de Nederlandse taal en beschaving van dienst
kan zijn voor de kennis van de eigen, nationale cultuur en geschiedenis of
voor de kennis van de cultuur en geschiedenis van naburige
ontwikkelingslanden. |
| |
8. | Het Colloquium verwijst voor wat betreft de status van docenten in de
nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten naar de resoluties zoals die
reeds geformuleerd zijn tijdens de colloquia van 1961 en 1964 en voor wat
het Duitse taalgebied betreft al in 1954 en laatstelijk in 1966. Met
genoegen heeft het Colloquium kennis genomen van de tot nu toe van
regeringswege ontplooide activiteiten t.a.v. de sociale status van deze
docenten. Het Colloquium ziet met verlangen uit naar de resultaten van deze
activiteiten en dringt met kracht aan op spoed in de behandeling van deze
kwestie. Het Colloquium is van mening dat de zorg voor de sociale situatie
van de docenten in de nederlandistiek in het buitenland een onverbrekelijk
deel moet uitmaken van de zorg voor de nederlandistiek in het buitenland als
geheel. |
| |
| |
| Het Colloquium is voorts van mening dat de docenten in
de nederlandistiek in het buitenland als groep alleen te vergelijken zijn
met buitenlandse collega's die hun taal en cultuur als docent in andere
landen vertegenwoordigen, verwijst in dit verband naar de regelingen die
reeds in andere landen bestaan en dringt er op aan dit vraagstuk in Europees
verband te bezien. Het Colloquium draagt de Werkcommissie op de nodige
documentatie hierover te verzamelen en de nodige stappen te doen. |
| |
9. | Het Colloquium neemt met belangstelling en dankbaarheid kennis van de
suggestie van de Zuidafrikaanse collega's om een volgend Colloquium
eventueel in Zuid-Afrika te organiseren. Het draagt de Werkcommissie op de
mogelijkheden hiertoe te onderzoeken. |
| |
10. | Het Colloquium draagt de Werkcommissie op een plan te ontwikkelen voor de
oprichting van een International Association for Netherlandic Studies, welke
organisatie de taak van de Werkcommissie zou kunnen opvangen en zich o.a.
zou kunnen bezighouden met de uitgave van een Yearbook for Netherlandic
Studies. |
| |
11. | Het Colloquium spreekt zijn bijzondere dank uit aan de Belgische en
Nederlandse Regeringen voor de steun die het Derde Colloquium heeft mogelijk
gemaakt. |
| |
12. | Het Colloquium spreekt zijn dank uit voor de door de Werkcommissie
verrichte arbeid en draagt de commissie op haar werkzaamheden, waaronder de
voorbereiding van een volgend colloquium, voort te zetten, rekening houdend
met hetgeen op de huidige bijeenkomst is besproken en machtigt de commissie
zelf daarvoor de nodige organisatorische maatregelen te treffen. |
|
|