dan ooit de banden met West-Europa
versterkt. Het merendeel van de ong. 3000 ingeschreven studenten studeert dan
ook Engels, Frans of Duits als hoofdvak. In de germanistische afdeling dient
naar voorschrift van het Academisch Statuut naast de als hoofdvak gekozen taal,
t.w. Duits of Engels, een andere Germaanse taal als bijvak gekozen te worden.
Als zodanig komen in aanmerking naast het Nederlands het Zweeds, Deens of Noors.
De hoofdvakstudie duurt theoretisch vier jaar, die voor het bijvak drie jaar. De
overgang van het ene jaar naar het andere hangt af van de uitslag der aan het
einde van elk studiejaar plaatsvindende schriftelijke en mondelinge examens.
Voor de schriftelijke examens wordt geëist een met de jaren toenemende
vaardigheid in het vertalen uit het Nederlands in het Italiaans en uit het
Italiaans in het Nederlands. Gedurende de eerste twee jaar is het gebruik van
een woordenboek bij de examens toegestaan, bij het examen van het derde jaar is
dat niet meer het geval. Op de mondelinge examens wordt de kennis van de
literatuurgeschiedenis en van enkele speciale, op de colleges behandelde
onderwerpen getest.
In het eerste studiejaar wordt op de colleges hoofdzakelijk een uiteenzetting van
de grammatica van het Nederlands gegevens, alsmede een inleiding tot de studie
van de Nederlandse literatuur.
In het tweede jaar wordt een Nederlandse roman gelezen en gecommentarieerd en
aandacht besteed aan idiomatische bijzonderheden.
Voor het derde is een behandeling van de taalgeschiedenis en behandeling van een
literaire tekst uit een oudere taalperiode voorzien.
Aangezien een in het Italiaans gestelde grammatica van het Nederlands voor
universitair gebruik in Italië niet bestaat, gebruiken de studenten de door mijn
Romeinse collega, mej.drs. van Woudenberg, samengestelde gestencilde grammatica,
welke door haar welwillend ter vermenigvuldiging is afgestaan. Verder zijn we zo
gelukkig een behoorlijk Nederlands-Italiaans woordenboek te bezitten, dat van
Beniamino Dentici, waarvan het Italiaans-Nederlandse deel echter in herdruk,
maar nog niet verschenen is en waarvan het gemis zeer wordt gevoeld.
Slechter is het gesteld met de hulpmiddelen voor de studie van de geschiedenis
der letterkunde: een afzonderlijk uitgegeven, in het Italiaans geschreven
overzicht bestaat nog niet. De enige bruikbare handleiding in het Italiaans, die
overigens zeer bruikbaar is, is die van Giacomo Prampolini en vormt een
onderdeel van diens Storia Universale della Letteratura.