Gedwongen devotie.
SEecker Bedelaer, een Edelman om een Aelmoessen biddende, gaf hem niets dan een geheel Cargesoen scheldwoorden: Luttel dagen daer aen, valt hy opde selve plaets daer dieBedelaer post had, van zijn Paert, en verstuyckte zijn Knie: Dese pijn dede hem so geweldig ontstellen, dat hy den Bedelaer een geschenck gaf, met versoeck, dat hy Godt voor hem wilde bidden: Маer den Bedelaer voor de naeste plaets knielende, bad Godt dat hy hem zijn ander Knije oock wilde ontstellen, op dat hy noch so veel tе devoter mocht worden.