In alle Talen, segtmen, die klimt kan dalen.
EEn Schaep-herder in Biscayen, eenige goede Fortuyn ghehad hebbende, wilde zijn Boeren leven verlaten, in de Stadt komen woonen, en Coop-manschappen: Hy koopt dan ettelijcke Korven Rosijnen, en sent die over zee, maer het Schip en de Rosijnen bleven by ongeluck, en Tempeest: Dies keerden onse Koopman weder na zijne Schaep-Koyen: Als hy nu eenmael op een hoogen Bergh stont, en na de Zee sagh, die op die tijt seer stil was: Seyde hy, met zijn Hant derwaerdts slaende; O! Gy Schoon-schijnende Verrader, neen, neen, gy en bedriegt mijn niet meer.