Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen
(1661-1663)–Anoniem Haerlemsche eerlycke uren, bestaende in korte sin-spreucken, kloecke antwoorden, en vreemde bejegheninghen– Auteursrechtvrij
[pagina 50]
| |
ontwassen, dat Benedicti woorden by hem gheen gehoor hadden, ja hy veynsden hem niet te kennen: Maer als Benedictus die van een edel ghemoedt was, dit sach, veranderden hy van coleur en seyde: Mijn Heer, ick bidt u op onse vrundschap lett'er op, de Fortuyn heeft u tot desen trap doof ende blint gemaeckt: En ick zeg' u dat ick my voor u ende uws gelijck die groot gheworden zijn, niet meer en verwondere, dewijl ick het nu seker te zijn bevinde, dat de soodanighe niet alleen hun ghesicht, maer oock hun gehoor, en al d' andere sinnen hebben verlooren, en hunne Vrunden die voor hun quamen, niet en hebben gekent, &c. |
|