De Haarlemsche spoorwagen(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Afscheidslied van Constant en Cornelia bij zijn vertrek naar Zee. Vaartwel mijn hartvriendinne, De wind is oost, ik moet naar zee, Ik blijf u altijd minnen, Geef mij slechts uw portret maar mee, En dan een slok verzet mijn zinnen, Dat zal alles heel goed gaan, Want de kraan moet open staan, ) bis. Als ik dood ben is alles gedaan. ) bis. Constant wiI wijzer wezen, Och blijft toch steeds bij uw verstand, Gij hebt gevaar te vreezen, Daarbij gaat gij naar een vreemd land, Dus laat u daarom nooit verleiden, Wil u nooit bedrinken gaan, Blijft de kraan dus open staan, ) bis. Dan is 't toch gauw met u gedaan. ) bis. Wil voor Schiedammer niet vreezen, Ik weet te veel dat is niet goed, Wil niet bezorgd wezen, Doe net als ik, heb goeden moed, Overal moet een spatje wezen, Het kan toch zoo droog niet gaan. Laat de kraan maar open staan, ) bis. Ben ik dood dan is alles gedaan. ) bis. Constant gij spreekt ligtzinnig, Gij denkt aan uw Cornelia, Och ik bemin u innig. Als ge dan eens viel uit de ra, Of dat ge bij de zwarte meisjes, Mij soms mogt vergeten gaan, Door de kraan zijn open staan. ) bis. Was onze liefde altijd gedaan. ) bis. [pagina 77] [p. 77] Lief kind wil zoo niet denken, Ik blijf geheel aan u getrouw, De tijd die zal ons wenken, Dat gij worden zal mijn vrouw, Dan zal de Nectar bij ons vloeien, En wij te zamen zingen gaan, Laat de kraan maar open staan. ) bis. Als wij dood zijn is alles gedaan. ) bis. Vorige Volgende