Lied van Marchand de la Parapluie.
Hoort dochters, jonkvrouwen, madama kom zie,
Wie zin heeft te koopen la mode Paris,
Ik heb hier negotie tot dienst en propotie,
Ten dienste voor alle de lie,
Ik ben een marchand, door steden en land,
Een ieder kan recomandeeren,
Ik heb parapluies ten dienste voor u,
Ik ben Marchand à la parapluie. (bis.)
Ik kom zoo geregeld en steeds keer op keer,
Zoo jaarlijks met mijn parapluien hier weer,
Komt meisjes, komt loopen en wil van mij koopen,
Parapluies al zijn zij zeer goedkoop,
Parapluies voor de Zon, pour la daam de Bonton,
Parapluies goed bestand voor de regen,
Voor Zon en Sneeuw, voor mij en voor u,
Ik ben Marchand à la parapluie. (bis.)
En op dat geroep, dat de straten klonk door,
Kwam daar een lief dametje voor,
Die kwam hem te vragen, of 't hem wou behagen,
Haar te laten zien parapluies,
Hij antwoordde gauw, mijn lieve juffrouw,
'k Zal u mijn parapluies presenteeren,
Zij antwoordde schuw, 't is vriendelijk van u,
Marchand de la parapluie. (bis.)
Hij sprak lieve dame pardi ik heb zin,
Om naar u te vreien, daar ik u bemin,
U beeld Mameselle doet mijn boezem zwellen,
Daar staat nog geen ander lief in,
Neemt gij aan mijn trouw en wordt gij mijn vrouw,
Dan wil ik aan u dit vereeren,
Neem deez' parapluie, ten dienste voor u,
Van marchand de la parapluie. (bis.)
| |
Het dametje sprak, o mijn lieve marchand,
Gij zijt zeer beleefd en ik vind het galant,
Mij te presenteeren en mij te offreren,
Voor eeuwig u hart en u hand,
En op dit accoord geef ik u mijn woord,
Ik wil u Marchandisse wezen,
Want toen ik zag u, ging mijn hartje pardu,
Aan Marchand de la parapluie. (bis.)
Victoria, victoria riep toen de marchand,
En gaf haar zijn parapluie fluks in de hand,
Wat is dat een fijne met stijve balijnen,
Zoo'n lichte met zoo'n fraaie rand,
Sprak het dametje blij, trok hem aan haar zij,
En gaf hem verscheidene kusjes,
Toen sprak hij pardu, 'k blijf eeuwig voor u,
Marchand de la parapluie. (bis.)
|
|