De Haarlemsche spoorwagen
(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij
[pagina 52]
| |
En daarom, ach, vergeet mij niet. (bis.)
Vergeet mij niet.
Zoetlief! wat ramp is mij beschoren,
Wat smarte baart mij uw verdriet,
Doch wees gerust en wil mij hooren,
Vergeten zal 'k u eeuwig niet,
Neen eeuwig niet.
Gij zijt het die mij doet zuchten,
De traan die aan mijn oog ontvliedt,
Gevangen zal ik voor u duchten,
Daarom, zoetlief! vergeet mij niet,
Vergeet mij niet.
Neen, nimmer zal ik u vergeten,
Hetzij in vreugde, ramp of smart,
En zuchtend naar het uurtje streven,
Om u te drukken aan mijn hart.
Ja aan dit hart.
Bewandel steeds het pad der rozen,
Vergeet deez' stille tranen niet,
Ik heb u eenmaal uitverkozen,
En daarom, ach! vergeet mij niet,
Vergeet mij niet.
Mijn heil op aard is thans verdwenen,
En ach, mijn droefheid is zoo groot,
Verwijderd van u zal ik weenen,
En blijven trouw tot in den dood,
Tot in den dood.
Geduld zal dan ons lot verzachten,
Tot dat ik hoop 'loos wederkeer,
De Hemel schenke u steeds krachten,
Zoo krijgen wij dan ons begeer,
Ja ons begeer.
|
|