| |
Constant en Bertine.
Wat brengt de liefde menig paar,
In groote rampen en gevaar,
Veel door der ouders hoogvaardij,
Komen de kinders in de lij,
Constant in deugd der jongmans roem,
Bemint Bertien die schoone bloem,
Maar zijne staat was te gemeen,
Waar dat haar ouders tegen zijn.
Hun trouwe liefde was gezet!
Hare ouders hebben dat belet,
Wanneer Constant hun dochter vraagt,
Dan werd hij schand'lijk weggejaagd.
Hij riep vaartwel mijn liefste zoet,
Gij blijft in 't hart van mij gegroet,
U te verlaten doet mij pijn,
Dat vroeg of laat mijn dood zal zijn.
Constant geen rust waar dat hij gaat,
Heel buiten hoop, hij wordt soldaat,
Door zijn gedrag en groot verstand,
Wordt hij verheven tot sergeant.
| |
| |
Hij dient getrouw, Bertien die treurt,
Wordt van haar ouders nagespeurd,
Zij hielden haar altijd in de band,
Toch bleef haar liefde tot Constant.
Constant door liefde die hem jaagt,
Die heeft een klein verlof gevraagd,
Het was maar om zijn lief Bertien,
Nog eens te spreken of te zien,
Hij doet haar ouders bittre klacht,
Maar zijn nog in dezelfde gedacht,
Zeiden soldaat maakt u van hier,
Neemt met een beedlares pleizier.
Constant heel zonder troost of rust,
Had in zijn leven geene lust,
Hij riep o geld vermaledijd,
Waar dat een droevig hart door lijd,
Adieu pleizier van 's wereld plein,
'k Wil naar het graf gedragen zijn.
Adieu Bertien het is dan gedaan,
Daar zijn uw ouders de oorzaak van.
Hij is achter het huis gegaan,
En heeft zijn laatste klacht gedaan,
Heeft zijn bajonet aanvaard,
Stak zich door 't hart en viel ter aard,
Zijn laatste woord was Bertien,
Vaartwel! adieu, mijn lief ik ga,
God weet dat onz' liefde is groot,
Draagt nu den rouw over mijn dood.
Bertina hoort zijn droef geluid,
Zij komt en breekt het venster uit,
Daar ziet zij met een droef gemoed,
Haar minnaar zwemmen in zijn bloed,
Zij riep zijt gij door liefde groot,
Voor mij gekomen aan uw dood.
| |
| |
Wij zijn voor God als man en vrouw,
Ik blijf u in den dood getrouw.
Zij nam het bajonet vol bloed,
En stak die met een kloeke moed,
Zoo diep in haar teer maagdenhart,
Viel bij haar minnaar neer met smart,
Spiegel u ouders, 't is een leer,
Breekt voor 't geld geen liefde meer,
Daar de liefde het geld te boven gaat,
Verwacht de dood of droeve staat.
|
|