De Haarlemsche spoorwagen(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Krelis en Betje. Ik ben er de Groenelandsstraatjes, Zoo dikwijls ten einde gegaan, Daar heb ik mijn Zoetlief verlaten, Dat hebben mijn vrienden gedaan. Niet langer dan gisteren avond, Stond ik voor mijn Zoetlief haar deur, En zei lief Betje doe open, Doe open want ik sta er veur. Ik doe je voorwaar niet open, Ik laat je voorwaar niet in, Ga naar huis en ga leggen te slapen, Want er is een ander Lief in. Is daar een ander Lief binnen? Dat ik er niet wezen mag, Dan wensch ik u voor het leste, Nog eenmaal een vrolijken nacht. Maar Betje als jij komt te trouwen, Zal ik op uw Bruiloft dan zijn? En kieze een ander Zoetliefje, Die wel er mijn vrouwtje wil zijn, Gij zult op mijn Bruiloft niet komen, Gij zult op mijn Bruiloft niet zijn, [pagina 48] [p. 48] Daar zijn wel andere jongmans, Die in mijne gratie zijn. Maar Betje als jij komt te kramen, Wie zal er dan voor vader staan, Wel Krelis! dat zal ik je zeggen, Die zijn dingetjes goed heeft gedaan. Maar Betje als jij komt te sterven, Ik zal u gedachtelijk zijn, Want ik zal op uw grafsteen dan schrijven, Hier ligt nog een Zoetlief van mij. Vorige Volgende