De Haarlemsche spoorwagen
(na 1863)–Anoniem Haarlemsche spoorwagen, De– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
Ach, wat vliedt de schoonheid snel,
Lieve Anna, ziet gij 't wel?
Ach arme bloem, waar bleef uw gloor?
Gisteren nog vergulde Auroor,
Zorgelijk uw fluweelen blaadjes,
Thans vertrapt men u in 't sterven,
En verstuift uw dorre knop,
Lieve Anna, denkt daaraan.
Ach arme, verlept van fleur,
Gisteren trok uw balsemgeur,
De aandacht naar uw gouden verwen,
Thans vertrapt men u in 't sterven,
En geen Zephir stort een traan,
Lieve Anna, denkt daaraan.
Ach arme bloem, vertrapt in 't zand,
Ach, een enkele wulpsche hand,
Reet u, teedre bloem aan stukken,
Droeve vrucht van 't dartel plukken,
Bloempjes zijn zoo ligt onttooit,
Anna, neen, vergeet dat nooit.
|
|