De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– AuteursrechtvrijWyse:OCh vrou tapt ons een glas met wijn,
Van de beste die der is,
Wy sullen nu eens vrolijk zijn,
Zo het maar niet en mist,
Spoelt ons een glas // o soete Tas,
En legt ons aan wat vier,
Schenkt ons de wijn // die goed mach zijn,
| |
[pagina 259]
| |
Ik hou niet veel van bier.
2. Daar ginder komt een Iuffrou aan
Met een Glaasjen in haar hant,
Bonsjour Monsieur mijn kourtisaan,
En is dat niet heel plysant?
Dat men sijn tijdt // alzo verslijt,
Met Dames van Eneur,
Drinken de wijn // met Iuffers sijn.
Sivous mon Serviteur.
3. Bonsjour Madam Elizabet,
Van waar komt ghy van daan?
Ik heb geweest op een balet,
En ik meen niet var te gaan;
Zet u wat neer // ô neen mijn heer/
De klok is veel te laat,
Ik bidt u siet // ik durref niet,
| |
[pagina 260]
| |
's Avons gaan by de Straat.
4. Avous op de gesondigheyt,
En gy weet wel wie ik meen.
Mafoy 't is zulken zoeten Meyt,
En ik meen ook anders geen:
Sy die mijn hart // alsoo besmart,
Oft ik by na verdwijn;
Zoo komt dan hier // en sit by 't vier,
En laet ons vroolijk zijn.
5. t' Sa tapt ons een bokaal met Wijn,
Die ik wel drinken mach:
Wat zijnder Iuffers in de saal,
Ha! ha ik barst van lagh,
Den een die singt // den ander springt,
Altoos sonder verdriet,
Want sulke vreugt / mijn hart verheugt,
Komt Venus priester niet.
|
|