De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– AuteursrechtvrijToon: Als 't begint.O Lief Dorinde waarde Maagt,
Ick sal u schoonheyt prijsen
En steeds eer bewijsen,
Mits die my behaagt:
Volmaakten Engel,
| |
[pagina 155]
| |
[pagina 156]
| |
Hoort mijn klachten aan,
Siet eens hoe dat ick hengel
Om u min t' ontfaan,
Wilt my van smert ontslaan.
Dor.
Of het geluk u gunstig waar,
En u zoo veer liet komen,
't Meer gy soud gaan roemen
Van 't geluk so dra:
En ik u branden
Maar eens had geblust,
Gy liet my dan in schanden,
Neen, ick heb geen lust;
Niet beter dan gerust.
Dam.
Weet ghy wel wat de liefde al doet?
Heb ik niet dik u Schapen,
Doen gy laagt te slapen
| |
[pagina 157]
| |
Voor den Wolf behoed?
En voor 't verkrachten
Van den Bos-God Pan
Die na u eer zo trachten,
Wie hielp u daar van?
'k Verjaagde den Tyran.
Ik heb geen koude wind ontsien;
Daar toe geen guere buyen,
Uyt den Noord of Zuyen;
Maar op u gebien,
Ik heb gaan drijven
Al u vee gejaagt,
Om in u stal te blijven,
Hiel ik steets de wacht,
Voor 't ondier in der nacht.
Ik eysch geen loon noch wedermin.
| |
[pagina 158]
| |
Voor al mijn trouwe daden
Isser geen genade,
Schoone Harderin?
Mijn docht ten lesten,
't Is mijn levens draat,
Voor dien had ik een queste
Maar het is te laat,
Och Menschen doch wat raat?
Dor.
Ik ben u gunstig wat u deert,
Ik sal u trouwheyd loonen,
En liefde betoonen:
Maar dan swijgen leert/
Dam.
Komt dan Dorinde,
In dit Else lof,
Daar zal ons niemant vinde:
Dor.
Damon niet te grof,
| |
[pagina 159]
| |
Mijn eer verdwijnt als stof.
|
|