De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
Toon: Als 't begint.1. HEt vinnig stralen van de Zon
Ontschuyl ik in 't bosschaadje.
Indien dit bosje klappen kon,
Wat melde 't al vryaadje?
2. Vryaadje? neen, vryaadje? ja,
Vryaadje zonder meenen
Van hondert harders (is 't niet schaa?)
Vind me 'r getrouw niet een.
3. Een wollepsche knaapjen altijdt stuurt
Na nieuwe lust zijn' zinnen:
Niet langer dan het weygren duurt,
Niet langer duurt het Minnen.
4. Mijn hartje trekt my wel zo zeer,
Zo zeer, darde ik het wagen;
| |
[pagina 57]
| |
Maar neen, ik waag het nimmermeer,
Hun minnen zijn maar vlagen,
5. Maar vlagen die thans overgaan
En op een ander vallen;
Nochtans ik zie mijn Vryer aan
Voor trousten van hun allen.
6. Maar of 't u miste domme maagdt,
Gy ziet hem niet van binnen.
Dan 't schijnt wel die geen rust en waagt
Kan qualijk lust gewinnen.
7. Of ik hem oock lichtvaardig von,
En 't bleef in dit bosschaadje?
Indien dit boschje klappen kon,
Wat melde 't al boelaadje?
P.C.Hooft |
|