De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 21]
| |
Toon: Petit Soux de Bordeux.EEnsjes vraagde my een Zusje
Met een serrep-soete lach,
En een twijfelachtig kusje,
Of zy staag in 't hartje lagt?
'k Zey, ach lacy! 'k zey, ach armen!
(Want de koelheydt deed my smart)
Laagt gy zo wel in mijn armen,
Als gy wel lecht in mijn hart.
Als gy wel lecht in mijn hart.
2.
'k Sprack niet, of zy bracht haar oogen
En haar lippen aen de mijn;
| |
[pagina 22]
| |
En riep, oogen van vermogen,
Oorzaak van mijn vreugd en pijn,
Mocht ik door u eens aanschouwen,
Of mijn hart by 't sijne leydt;
'k Zouw mijn liefde dan betrouwen,
En de Minnaar die 't my zeydt.
En de Minnaar die 't my zeydt.
3.
'k Loof sy zach het, want haar lusjes
Gaven d'oogen, en mijn mondt,
Zo veel duyzent blijde kusjes,
Dat m'' er geen getal meer vondt.
En ik zagh haar wezen zeggen
Waerom vatje my niet? zeg.
'k Wil in die zijn armen leggen,
| |
[pagina 23]
| |
In wiens hartje dat ik leg
In wiens hartje dat ik leg.
Uyt het Frans vertaalt.
|
|